In de overrompelende debuutfilm Un monde van de Belgische regisseur Laura Wandel is het schoolplein een regelrechte hel.

De zesjarige Nora (indrukwekkende debuutrol van Maya Vanderbeque) is in tranen als ze voor het eerst het schoolplein betreedt. Haar oudere broer Abel praat haar nog moed in: ‘Je gaat vast snel vrienden maken, en je kunt in de pauze altijd nog naar mij toe!’

Maar in die pauze blijkt even later dat Abel zélf gepest wordt, als een van de ‘zwakkelingen’ van het schoolplein. En dus worden de rollen tussen broer en zus langzaam omgedraaid, omdat Nora leert dat ze zich in de jungle van het schoolplein dan maar moet afkeren van de zwakkeren: het is eten of gegeten worden. En waar Nora langzaam een plekje vindt tussen de andere kinderen, gaat het met haar broer steeds verder bergafwaarts. Welkom in de hel die ‘het schoolplein’ heet.

Debuterend regisseur Laura Wandel (1984) werkte maar liefst zeven jaar aan Un monde, de film die in Cannes werd bekroond met de FIPRESCI-prijs van internationale filmcritici en door België werd ingestuurd voor de Oscars. En terecht: Un monde is een verpletterende film, die het schoolplein tot de grootste filmhel in tijden maakt.

Beeld uit Un monde

Wandel bracht zelf maandenlang door aan de rand van schoolpleinen, en zag daar hoe kinderen zich voortdurend moeten invechten om te overleven. In een interview met De Standaard: ‘De school is de plek waar je voor het eerst uit je gezin treedt, en geconfronteerd wordt met een nieuwe wereld. Iedereen voelt de noodzaak om erkend te worden, om opgenomen te worden in de groep. Het is bijna een kwestie van leven en dood.’

Die genadeloze schoolpleincultuur wordt in de film haarscherp uitgebeeld, van de verbale pesterijtjes tot het levensgevaarlijke fysieke geweld. Docenten en ouders staan daarbij vaak machteloos, en zijn bovendien continu te laat. De volwassenen komen vaak slechts half in beeld, omdat de camera voortdurend het perspectief van het kind kiest. Wandel stelde in De Standaard eerder dat haar film voor de kijker vooral een immersieve ervaring moet zijn: ‘De kijker moet geactiveerd worden als hij naar mijn film kijkt. Ik wil geen films maken om de kijker te verstrooien of in slaap te laten dommelen. Daarom wil ik ook dat je de film niet alleen intellectueel, maar ook haast fysiek kunt beleven.’

Dat laatste is in ieder geval goed gelukt. Je zou je kind van schrik nooit meer naar school durven te sturen.

elke vrijdag