Arthouses heetten ooit filmhuizen. Vaak waren ze gevestigd in tochtige oude binnenstadpandjes van karakterrijke krakkemikkigheid, en bemand door leeftijdloze vrijwilligers. Voor een paar gulden kocht je er een kaartje van Speciaaldrukkerij Joh. Enschedé & Zn., in zonsondergangoranje, zalmroze, crèmewit, dooiergeel of knetterknalrood. In de pauze – die had je toen nog, pauzes – stond circa één koffiezetapparaat te pruttelen, en de cafeïneverslaafden hoopten dat de troostbak klaar was voordat de mevrouw of meneer van bardienst monter aankondigde: 'We gaan weer beginnen.' Moedig zocht je je hardhouten stoeltje op, en 3-2-1: daar ging hij verder, de zwerftocht met reizende filmprojectorenreparateur Bruno en toevalsmetgezel Robert in Im Lauf der Zeit.
Krassen, kabels, een 'springer' zo nu en dan. Oude 35- en 16mm-copieën met noodknippen en snellassen, ziet u. En toch, al die zaken, het gehavende celluloid, het pijnbankmeubilair, de frisjes-hier-zaaltjes, ze verdiepten de kijkervaring. Zoals de fotografie van Robby Müller loom-dromerige Wim Wenders-road movies zoals Falsche Bewegung, Alice in den Städten en Im Lauf der Zeit verdiepte.
De met een Gouden Kalf bekroonde documentaire Living the Light portretteert Robby Müller, ongewoon mens en cameraman extraordinaire.
Aan de camera van Robby Müller (1940-2018) trok de wereld, trok het leven voorbij. Een voorbijgaan in al zijn ongrijpbare wanorde. En meestal, wanneer het scenario tot hem sprak, wanneer de regisseur met hem op diezelfde golflengte zat, dan viel de schoonheid van het licht in zijn zoeker. En die schoonheid van het licht werd ineens, als door een magiër getransformeerd, tot het licht van de schoonheid. Het maakte de facto dan niet uit of Robby een motel in Texas, een treinstation in Hamburg-Altona, een kraantje-lek in Bukowskiville zag: dat wat hij op film vastlegde, toonde zich van z'n beste kant. En die kant mocht, zoals het filmhuis van vroeger, kreukelen, afbladderen, zieltogen. Omdat de wereld, omdat het leven nu eenmaal zo is: kreukelen, afbladderen, zieltogen.
Daarom is er geen mooier eerbetoon aan Robby Müller denkbaar dan Living the Light, de documentaire van Claire Pijman over de heengegane globetrotter die niet één maar twee camera-ogen in zijn bohémienhoofd had. Pijman laat niet alleen de door Müller zelf geschoten beelden voor hem spreken. Haar warme portret roept in zijn aangenaam meanderen daadwerkelijk het tijdverstillende onderweggevoel op van de films die Robby met Wim maakte. Zonder haast, zonder volledigheidsdwang. Zwervend. Jim Jarmusch speelt een melancholiek uitwaaierend deuntje op een leengitaar. Lichtman Frieder Hochheim licht lichtvoetig bij over de fotografie van de klassieker Barfly. Dochter Camilla haalt tekeningen tevoorschijn die vader Robby haar van waar-dan-ook stuurde. En de tijd, de tijd, die gaat voorbij. Kras. Kabel. Een springer. Einde.