David Lynch zal nog wel eens zwetend wakker worden na een nachtmerrie over zijn verfilming van sciencefictionepos Dune (1984). Voor Lynch, bekend van klassiekers als Mulholland Drive en Blue Velvet, is Dune een voorgoed gesloten rampenboek: het productieproces was een hel, Lynch had geen zeggenschap over de final cut, en de film werd een gigantische flop, mede door de ongelooflijke potpourri die moest doorgaan voor een ‘plot’.
Met de verfilmpogingen van de Chileense cultregisseur Alejandro Jodorowsky liep het een paar jaar eerder nóg slechter af. Jodorowksy bouwde het oorspronkelijke boek om tot een megalomaan script dat meer dan dertien uur film zou beslaan. Het bleek een tikje te ambitieus: Hollywood durfde de investering niet aan, en de film kwam er nooit. Over de verfilming van Lynch zei Jodorowsky: ‘Ik was zó blij dat het een shitfilm was, omdat ik mij toen realiseerde dat er niemand is die Dune kan verfilmen.’
Volgens Jodorowsky was het verhaal simpelweg te radicaal voor het veilige Hollywood. De boekenreeks (1965-1985) van auteur Frank Herbert draait immers om thema’s als ecologische verwoesting en kolonialisme, en dat bleek toch iets te veelomvattend en gewaagd voor een sciencefiction-blockbuster.
Gelukkig is de Canadese regisseur Denis Villeneuve (Prisoners, Sicario) niet bang om zich op gevaarlijk filmterrein te begeven. Villeneuve kan inmiddels voorzichtig de moderne grootmeester van de intelligente sciencefictionfilm genoemd worden (zie ook Arrival), en durfde het eerder al aan om een vervolg te maken op Blade Runner. Zijn Blade Runner 2049 was een artistieke triomf, maar niet het (commerciële) succes waar Hollywood op hoopte.