De film in tien woorden
Arthousefilm over verlangens, vervreemding en masculiniteit in het Franse vreemdelingenlegioen.
Prijzen
Hoewel de film werd overladen met positieve kritieken, eindeloos is geanalyseerd in essays en bovendien in 2022 eindigde op plek zeven in de prestigieuze top honderd van de beste films aller tijden van Sight & Sound won Beau travail geen belangrijke internationale filmprijzen. In Frankrijk ontving Agnès Godard een César voor haar prachtige en broeierige camerawerk. En op het IFFR in 2001 kreeg Beau travail een eervolle vermelding van de Kring van Nederlandse Filmjournalisten.
Gekozen door
Zomergast Sana Valiulina (1964) is schrijver. Ze groeide op in de Estse hoofdstad Tallinn en woonde lange tijd in Moskou, waar ze Noorse taal- en letterkunde studeerde. In 1989 emigreerde ze naar Nederland, waar ze in Amsterdam ging wonen. In 2000 debuteerde ze met de roman Het kruis, waarna vele boeken volgden, waaronder het voor de Libris Literatuur Prijs genomineerde oorlogsepos Didar en Faroek uit 2006. De uitzending is op 28 juli vanaf 20.15 uur te zien op NPO 2.
Setverhalen
Het idee voor Beau travail ontstond toen televisiezender Arte een aantal regisseurs vroeg films te maken over vreemdelingen of buitenstaanders. De Franse filmmaker Claire Denis - zelf als dochter van een diplomaat opgegroeid als ‘vreemdeling’ in onder andere Burkina Faso en Senegal - kreeg daarop het idee een project te beginnen over het Franse Vreemdelingenlegioen in Djibouti.
Toen ze het Legioen vroeg of dat mee wilde werken aan die film, reageerde het afkeurend: ze waren bang dat de film hen zou wegzetten als gay of feminien, omdat haar script niet zozeer focuste op de typische legeraangelegenheden die we kennen uit de gemiddelde, heldhaftige oorlogsfilm, maar eerder op de kwetsbaarheid en menselijkheid van de soldaten.
Wél kreeg Denis de zegen van de Djiboutiaanse regering om te komen draaien, en zo belandde ze alsnog in het land om daar, pal naast het echte kampement van het vreemdelingenlegioen, de meesterlijke film te gaan maken die haar internationale doorbraak zou betekenen.
Dat viel natuurlijk niet in goede aarde bij de militairen, die de cast en crew nauwlettend in de gaten hielden tijdens het opnameproces en hen meerdere keren het leven zuur maakten. Het kwam zelfs zover dat legionairs op een nacht een verblijfsplaats van de crew vernielden en sommige soldaten in aanvaring kwamen met de acteurs, waarbij ook klappen vielen.
Het weerhield Denis er niet van door te zetten. Sterker nog, die weerbarstige reacties maakten het voor haar des te interessanter om de film te maken: als er zóveel angst en weerstand was voor een film over hen, dan moest er wel een goed verhaal schuilgaan achter de soldaten van het Legioen.
Quotes van de makers
De films van Denis worden gekenmerkt door een focus op het non-verbale. Veel meer dan woorden zijn het de blikken, bewegingen en handelingen van de acteurs die het verhaal vertellen. ‘Dat is misschien de reden waarom het lichaam centraal staat in mijn films – omdat voor mij de expressie van een personage wordt bepaald door de manier waarop hij of zij beweegt, bestaat’, aldus Denis in een interview met The Quietus in 2011. ‘Uit lichaamsbeweging kun je soms meer opmaken dan uit spraak.
Buiten beeld
Ook in Beau travail krijgt dat lichamelijke de voorgrond. De spanningen tussen de soldaten worden vooral voelbaar door de blikken die ze wisselen en de handelingen die ze verrichten. De prachtig in beeld gebrachte fysieke trainingen van de militairen in de film zijn als een soort expressieve dans die hun binnenwereld voelbaar maakt. Ze werden bedacht door choreograaf Bernardo Montet, die de routines deels baseerde op hoe de echte legionairs in Djibouti trainden en daar danselementen aan toevoegde.
De enige niet gechoreografeerde dans in de film zit in de geniale, inmiddels iconische slotscène, waarin we generaal Galoup (sterke hoofdrol van de veelzijdige Denis Lavant) zijn verleden en problemen van zich af zien dansen op Corona’s The Rhythm of the Night. De scène werd in slechts twee takes opgenomen en de dans was volledig geïmproviseerd door Lavant. De enige instructie die Denis hem gaf was dat hij moest bewegen alsof het de laatste dans in zijn leven was.