De film in tien woorden
Nostalgische ode aan cinema, vriendschap en het dorpsleven in Italië.
Prijzen
Giuseppe Tornatore’s klassieker over de innige vriendschap tussen de dorpse kwajongen Totò en de plaatselijke filmoperateur Alfredo won vele prijzen, waaronder een Oscar en een Golden Globe voor beste buitenlandse film, en de juryprijs op het filmfestival in Cannes. De ontroerende filmmuziek van de beroemde Ennio Morricone werd bekroond met een BAFTA en een David di Donatello-prijs. Ook staat Cinema Paradiso al jaren in de top vijftig van de lijst met de beste films aller tijden op filmdatabase IMDb.
Gekozen door
Zomergast Sakir Khader (1990) is filmmaker en documentair fotograaf. De (korte) documentairefilms en fotoreportages van de Palestijns-Nederlandse maker focussen zich vooral op conflictgebieden, en staan bekend om hun rauwheid. Voor zijn reportages voor de Volkskrant werd hij twee keer genomineerd voor een Tegel en zijn fotoreeks Het leven op de West Bank voor 7 oktober werd bekroond met de Zilveren Camera in 2023. De uitzending is op 4 augustus vanaf 20.15 uur te zien op NPO 2.
Setverhalen
Veel van de films van Giuseppe Tornatore zijn nostalgische, autobiografische vertellingen over het Italië van vroeger. Het zijn veelal feelgoodverhalen die een romantisch beeld schetsen van ‘de goede oude tijd’. Ook Cinema Paradiso, Tornatore’s tweede en nog altijd meest geprezen film, is een ode aan vervlogen tijden, toen de (Italiaanse) bioscoop nog een populaire ontmoetingsplaats was voor een breed en enthousiast publiek.
Tornatore baseerde de film goeddeels op zijn eigen jonge leven en situeerde het verhaal in zijn geboortedorp Bagheria, een klein plaatsje op Sicilië in de buurt van Palermo. Lange tijd werkte hij daar als filmoperateur in verschillende filmtheaters. Toen een van de oudste bioscopen zijn deuren moest sluiten – een plek waar al sinds de jaren dertig films vertoond werden – kreeg Tornatore het idee voor Cinema Paradiso.
Voor een van de hoofdrollen in de film, die van de jonge Totò, nam Tornatore verschillende audities af in en rondom Palermo. In de kleine gemeente Palazzo Adriano vond hij de elfjarige Salvatore Cascio. Na verschillende auditierondes werd hij gekozen voor de rol – in de laatste ronde ‘versloeg’ hij zijn beste vriend, die vijf kilometer van hem vandaan woonde en sindsdien niet meer met hem wilde praten.
Voor de andere grote rol in de film, de liefelijke en ietwat sullige filmoperateur Alfredo, werd Frans acteericoon Philippe Noiret gecast. Die sprak geen woord Italiaans, dus las hij zijn teksten op in het Frans, waarna die in de montage werden nagesynchroniseerd. Een tolk op de set hielp Cascio en Noiret elkaar te begrijpen.
Quotes van de makers
In de vele interviews met Tornatore vertelt hij over zijn liefde voor het filmtheater. Niet alleen omdat het een plaats is waar mensen gezamenlijk de magie van cinema kunnen ervaren, maar ook omdat het een leerschool voor hem was. Tegenover The Hollywood Interview: ‘Van mijn zevende tot mijn 26ste zag ik minstens één film per dag in de bioscoop. Dat was een tijd waarin je de nieuwe film van een meester als Fellini kon zien, een giallo van Dario Argento, of een vreselijk slechte exploitatiefilm. Maar ik heb van allemaal iets geleerd. Dit is ook altijd mijn advies geweest aan jonge mensen die filmmaker willen worden: kijk alles! Als je alleen maar het soort films ziet waarvan je denkt dat je ze leuk zult vinden, zal je gevoel voor filmmaken heel beperkt zijn.’
Buiten beeld
Toen Cinema Paradiso uitkwam in Italië was het aanvankelijk geen succes: de film flopte in de bioscopen en ook bij de critici viel die niet in de smaak. Het tij keerde toen Cinema Paradiso de juryprijs won op het Filmfestival van Cannes. Sindsdien stroomden de prijzen binnen en werd de film meer en meer gezien als een klassieker.
Verrassend was ook dat acteur Salvatore Cascio een BAFTA won voor zijn bijrol. Hij was toen pas elf jaar oud, maar wist desondanks grootheden Al Pacino en John Hurt te verslaan. In de jaren na dit succes verscheen Cascio nog in een aantal andere films, maar al snel kwam hij erachter dat een carrière als acteur niet voor hem was weggelegd. Nu runt hij een familiehotel met restaurant in zijn geboorteplek Palazzo Adriano, het dorp waar de film grotendeels werd opgenomen. In het restaurant zijn veel memorabilia uit de film te zien, die er gebruikt worden als decoratie.