Het lezen van Rebel Without a Crew kan gevaarlijk zijn: grote kans dat je na afloop staat te popelen om zelf een film te maken. In het boek memoreert regisseur Robert Rodriguez (Desperado, Sin City) hoe hij voor slechts 7000 dollar, zonder crew, zijn debuutfilm El mariachi maakte. De Spaanstalige, zwart-komische actiefilm verscheen in 1992, toen hij net 24 was, en werd tegen alle verwachtingen in een wereldwijd succes.
Rebel Without a Crew bestaat voor driekwart uit dagboekaantekeningen die Rodriguez tijdens de productie maakte, en bevat daarnaast het script van El mariachi (met commentaar) en een ‘ten-minute film school’: twaalf pagina’s met praktische adviezen waarmee je als aspirerend filmmaker direct aan de slag kunt. De moraal van het hele verhaal: met voldoende creativiteit, bravoure en doorzettingsvermogen kun je heel ver komen, ook zonder opleiding, geld of netwerk. Rodriguez steekt een dikke middelvinger op naar het Hollywoodsysteem, maar ook naar filmsnobs die dwepen met theorie. Ga gewoon aan de slag, is zijn devies, leren doe je in de praktijk. Doe zo veel mogelijk zelf, werk snel en geef zo min mogelijk geld uit.
Nu de bioscopen dicht zijn, kunnen we ons eindelijk verdiepen in al die fraaie boeken die in de loop der jaren over film geschreven zijn. Deel drie in een serie waarvan het einde nog niet bekend is: Rebel Without a Crew (1995) van Robert Rodriguez.
Slechte cijfers
Zelf begint Rodriguez (zoon van Mexicaanse ouders, maar geboren en getogen in Texas) met filmen als hij elf is, nadat zijn vader een videocamera heeft gekocht om bedrijfsfilmpjes te maken. De jonge Robert is een fervent striptekenaar en besluit zijn eigen verhaaltjes te gaan verfilmen. Hij heeft tien broers en zussen, dus geen tekort aan acteurs, en leert zichzelf monteren met behulp van twee aan elkaar gekoppelde VHS-recorders. Tegen de tijd dat Robert zich aanmeldt voor de filmacademie zijn er al diverse korte films van hem bekroond op kleine festivals. Vanwege zijn slechte cijfers wordt hij afgewezen voor de studie, maar op basis van die prijzen mag hij toch wat colleges volgen.
Het idee voor El mariachi ontstaat als Rodriguez op bezoek bij een vriend in Mexico een filmproducent ontmoet, die hem een budget van 30.000 dollar aanbiedt om een B-film te maken voor de Mexicaanse videomarkt. Rodriguez bekijkt een paar van zulke films en vindt ze lachwekkend slecht, maar het idee spreekt hem wel aan: een eerste lange speelfilm maken voor een publiek dat er niks van verwacht, waardoor hij volop zal kunnen experimenteren.
Hij besluit het budget zelf bij elkaar te sprokkelen, dan kan hij de winst in eigen zak steken en daarmee later een écht goede film maken. Als hij alles zelf uitvoert – script, camerawerk, geluid, montage – moet hij de klus voor minder dan 10.000 dollar kunnen klaren. Hij kiest het dorp van zijn Mexicaanse vriend als decor, geeft diezelfde vriend de hoofdrol en plukt voor de bijrollen mannen uit de lokale kroeg. Een verhaalidee heeft hij nog wel liggen: een straatmuzikant (‘mariachi’) wordt per ongeluk aangezien voor een huurmoordenaar, die ook met een gitaarkoffer rondloopt, maar dan vol geweren. Geinig toch?
Proefkonijn
Het moet gezegd, Rodriguez heeft wel iets meer talent voor filmen dan voor schrijven. Voor fraaie zinnen of psychologisch inzicht hoef je Rebel Without a Crew niet te lezen. Maar zijn eerlijkheid, enthousiasme en eigenzinnigheid zijn bijzonder aanstekelijk. En zijn verhaal is bij tijden verbluffend. Voorafgaand aan het filmen besluit de cineast zichzelf te verhuren als proefkonijn in een medisch experiment. Handig: terwijl hij een maand lang in een laboratorium opgesloten zit, pillen slikkend en in potjes poepend, kan hij in alle rust zijn scenario schrijven én verdient hij zijn halve budget bij elkaar. En voor de opnames weet hij het hele Mexicaanse dorp te mobiliseren: de dokter levert een rolstoel voor rijdende shots, de politie leent uzi’s uit voor de gangsters, de moeder van de hoofdrolspeler zorgt voor avondeten. Actiescènes worden gewoon op straat gefilmd, zodat voorbijgangers zich soms het lazarus schrikken. In de loop van de film worden zo veel schurken afgeknald dat de volwassen acteurs in het dorp op den duur opraken – niet toevallig bestaat de bende in de climax hoofdzakelijk uit pubers.
Als lezer weet je natuurlijk dat alle moeite uiteindelijk royaal zal worden beloond, maar Rodriguez zelf kampt in zijn dagboek nog met grote twijfels. Als de montage erop zit, durft hij het eindresultaat amper aan zijn vrouw te laten zien. Haar reactie stemt hem echter zeer tevreden: ze beoordeelt de film op zichzelf met drieënhalve ster, maar de film plús het achtergrondverhaal met de volle vijf sterren. En dat klopt precies: El mariachi is heus geen meesterwerk, maar wie zoiets voor 7000 dollar kan maken, moet wel een toptalent zijn. Dat heeft Hollywood ook al gauw in de smiezen. Nadat Rodriguez met de master copy van zijn film onder de arm naar Los Angeles is gereden en zich bij een filmbons naar binnen heeft gebluft, staan de grote studio’s in no time voor hem in de rij. Plotseling wordt hij rondgereden in limousines, luncht hij met beroemdheden en kan hij de studieschulden van zijn broers en zussen afbetalen. En dan volgt de jackpot: een ongeëvenaard lucratief filmcontract, de hoofdprijs op het Sundance Film Festival, een optreden bij David Letterman, enzovoorts.
Hoe loopt het sprookje af? Stijgt de roem Rodriguez naar het hoofd? Nee hoor, vijfentwintig jaar na het verschijnen van Rebel Without a Crew valt te concluderen dat hij zijn punkmentaliteit ook als Hollywood-big shot aardig heeft behouden. Hij woont en werkt nog altijd in Texas, blijft tijdens producties zo veel mogelijk zelf doen en houdt een voorkeur voor smeuïg genrewerk à la El mariachi. Ook blijft hij zich inspannen om jong talent te ontdekken en op te leiden. Hooguit hoeft hij nu iets minder op de kleintjes te letten.