In 1928 publiceerde de Duitse schrijver Erich Maria Remarque zijn inmiddels klassieke anti-oorlogsroman Im Westen nichts Neues. Het verhaal, dat Remarque baseerde op zijn eigen ervaringen als soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog, werd al snel opgepikt door Hollywood: in 1930 verscheen All Quiet on the Western Front, een Engelstalige verfilming van het boek die goed was voor twee Oscars, waaronder voor Beste Film. Vijf decennia later werd het boek ook bewerkt tot televisiefilm, die bekroond werd met een Golden Globe en een Emmy Award.
Ondanks het succes van die films voelde de Duitse regisseur Edward Berger (1970) de behoefte een derde verfilming te maken. Zijn reden daarvoor was simpel: hoewel er al veel oorlogsfilms zijn gemaakt, laten maar weinig daarvan een Duits perspectief zien. Berger tegenover The Hollywood Reporter: ‘Het perspectief van bijvoorbeeld Amerikanen of Engelsen is dat ze Europa hebben gered. De soldaten die terugkeerden naar het thuisfront, hoewel getraumatiseerd en psychisch aangetast, werden onthaald als helden en de oorlog werd deels ook gezien als iets om trots op te zijn. Voor ons was het precies het tegenovergestelde: in onze nationale psyche is er slechts ruimte voor schuldgevoel, afschuw en verschrikking als we terugdenken aan oorlog.’
De Duitse Oscarinzending Im Westen nichts Neues (All Quiet on the Western Front), nu te zien op Netflix, is een oorlogsfilm van het soort dat we vaker hebben gezien. Maar dan gemaakt vanuit een Duits perspectief.
In Bergers nieuwe verfilming, de eerste Duitstalige bewerking van Remarques boek en tevens de Duitse inzending voor de aanstaande Oscars, is dat sentiment goed terug te zien. Al in de indrukwekkende openingsminuten wordt duidelijk dat dit geen heldhaftig oorlogsepos wordt, maar eerder een tragedie, gespeend van oorlogsheroïek: een jonge Duitse soldaat bevindt zich midden in de loopgravenstrijd en ziet de ene na de andere medesoldaat sneuvelen. Een montage volgt waarin uniformen van de soldatenlijken worden verwijderd, vervolgens worden gewassen, gerepareerd en uiteindelijk worden doorgegeven aan een nieuwe lichting soldaten. De gruwelijke oorlogsmachine in volle gang.
Een van die nieuwe soldaten is Paul Bäumer, het hoofdpersonage in dit verhaal. We volgen hem tijdens de laatste maanden van de Eerste Wereldoorlog, terwijl de ene na de andere verschrikking zich voordoet. Het levert visueel verbluffende actiescènes op, maar tegelijkertijd voelt Im Westen nichts Neues als een formule-achtige oorlogsfilm: zoals veel van zijn voorgangers maakt die de kijker deelgenoot van de horror in de loopgraven en laat die de nutteloosheid ervan zien.
Ondanks al die films lijken we er maar weinig van te leren, maar de huidige situatie in Oekraïne doet beseffen dat er misschien wel nooit genoeg anti-oorlogscinema kan zijn.