Regisseur Cary Joji Fukunaga liet zich bij het maken van de nieuwe Netflixserie Maniac niet alleen leiden door eigenzinnigheid. Ook harde data over kijkcijfers waren van invloed op creatieve keuzes.

Ontregelend, verwarrend, dromerig en hoogdravend – het is niet moeilijk om de nieuwe Netflixserie Maniac in een paar trefwoorden te vangen. Maar de serie bespreken, is een ander verhaal.

Daarom eerst een paar feiten. Het tiendelige Maniac is (heel) losjes gebaseerd op de gelijknamige Noorse serie over een psychiatrische patiënt die zich terugtrekt in zijn eigen wereld(en). De serie is geregisseerd door Cary Joji Fukunaga, van wie onlangs bekend werd dat hij de regie van de 25ste James Bond-film op zich zal nemen. Je zou Fukunaga kunnen kennen van de films Jane Eyre (2011) of Beasts of No Nation (2015), en anders wel van het eerste seizoen van de HBO-hit True Detective. Ook die serie was bij vlagen ontregelend, verwarrend, dromerig en hoogdravend.

Voor Maniac hanteerde Fukunaga opnieuw een eigenzinnige – en soms ook eigenaardige – aanpak. Tegen maandblad GQ vertelde hij bijvoorbeeld dat hij drie maanden voor de eerste draaidag de helft van de scripts weggooide en opnieuw begon. De serie was hem niet origineel genoeg, te voorzichtig. Tegelijkertijd lieten Fukunaga en schrijver Patrick Sommerville zich zonder morren sturen door harde data van Netflix over kijkcijfers, en dan in het bijzonder over afhaakmomenten. Die informatie had direct invloed op creatieve beslissingen, vertelde de regisseur. ‘We hadden bijvoorbeeld een aflevering bedacht waarin we alleen maar bezig waren met het afpellen van de lagen om direct daarna de boel weer om te draaien. Heel leuk om te schrijven, spannend om te bedenken ook, maar als je die halverwege het seizoen plaatst, is de kans groot dat je de bingers kwijtraakt. Dat soort beslissingen hebben we dus volledig af laten hangen van het publiek.’

Emma Stone in Maniac

Droomwerelden

Tot zover de feiten achter de schermen. Nu het verhaal. Maniac draait om Annie (gespeeld door Emma Stone) en Owen (Jonah Hill), twee mensen die elk op hun eigen manier beschadigd zijn. In het geval van Annie is dat het gevolg van een drugsverslaving en een traumatische gebeurtenis uit het verleden, terwijl Owen kampt met een psychische aandoening, hij wordt geplaagd door allerlei waanbeelden – variërend van een trillend glas water tijdens een vervelende overhoring tot een broer die hem opzadelt met een krankzinnige missie: hij moet de wereld redden. Dat ze er allebei een moeizame relatie met hun familie op na houden – Annies vader verbergt zich voor de wereld, Owens zeer welgestelde familie is hem liever kwijt dan rijk – zal niet als een verrassing komen.

Ze krijgen de kans om te ontsnappen aan hun uitzichtloze bestaan tijdens een driedaagse medicijnentest van het bedrijf Neberdine Pharmaceutical Biotech. Daar is men bezig met de ontwikkeling van het ultieme geneesmiddel: een pil die je bevrijdt van alle mentale kwalen. Maar om dit te bewerkstelligen moeten natuurlijk wel eerst alle vreselijke trauma’s onder ogen gezien worden.

Dat gebeurt niet alleen aan de hand van opnieuw beleefde gebeurtenissen, maar ook met behulp van een reeks bizarre scenario’s. Zo zien we Annie en Owen – die onlosmakelijk met elkaar verbonden blijken te zijn, terwijl ze hun reis eigenlijk individueel af moeten leggen – in verschillende gedaanten terug in allerlei droomwerelden: ze zijn ouders in een ogenschijnlijk normale Amerikaanse buitenwijk, duiken op in een film noir en maken zelfs een uitstapje naar The Lord of the Rings

Futuristisch en tegelijkertijd herkenbaar

Daarmee is overigens het eigenaardigste ingrediënt van Maniac nog niet eens benoemd. De serie speelt zich namelijk überhaupt niet af in onze werkelijkheid, maar in een wereld die doet denken aan jarentachtigsciencefictionfilms: futuristisch en tegelijkertijd herkenbaar gedateerd. Computers zijn van het formaat vrieskist, er is een grofgebekte, schakende robotkoala en er loopt een zogeheten ad buddy rond, een menselijke reclamezuil die kleine aankopen voor je kan doen en je daarnaast verveelt met het voorlezen van allerlei brochures.

In dit rariteitenkabinet spelen de werknemers van pillenfabriek Neberdine ook een belangrijke rol: de excentrieke Dr. James K. Mantleray (Justin Theroux), zijn al even aparte assistent Dr. Fujita (Sonoya Mizuno) en zijn moeder, Greta (Sally Field). En dan is er ook nog een depressieve supercomputer in het spel. De invloed van films als Inception en 2001: A Space Odyssey is onmiskenbaar.

Wie dit allemaal op een rijtje zet, krijgt waarschijnlijk het idee dat Maniac voortdurend alle kanten op schiet, maar niets is minder waar. Het verhaal – twee mensen zijn op zoek naar genezing en verbondenheid – blijft centraal staan, al gebeuren er daaromheen zo veel andere dingen dat het een bevreemdende kijkervaring is, mede dankzij de vertelstijl, die soms even ondoordringbaar als magnifiek is.

Maniac heeft, kortom, wel iets weg van het eerste seizoen van True Detective. Ook daarbij kreeg Fukunaga de kans om zich – weliswaar binnen de grenzen van een realistisch misdaadverhaal – van zijn dromerigste, experimenteelste kant te laten zien. Daarnaast kon hij voor die serie eveneens bogen op twee gelauwerde filmacteurs, Woody Harrelson en Matthew McConaughey, terwijl hij nu de beschikking heeft over Stone en Hill. Dit duo, dat alweer elf jaar geleden gezamenlijk naam maakte in de komische tienerfilm Superbad, valt om verschillende redenen op. Hill, omdat hij opnieuw met succes een serieus personage toevoegt aan een groeiende rij van interessante rollen, en Stone omdat zij wederom bewijst dat ze niets meer te bewijzen heeft als actrice. Daardoor fungeert de hoofdrolspeelster ook als reddingsboei voor kijkers op de momenten dat Maniac misschien te ontregelend, verwarrend, dromerig en hoogdravend wordt.

Meer Netflix-series