Terugkijktips van week 27 die je niet mag missen

Nols map

Andere tijden sport: De map van '88

Assistent-coach Nol de Ruiter schreef tijdens het EK van 1988 een map vol over alles wat er speelde. Een Fundgrube die nu pas opengaat.

lees verder

Het meeste is wel bekend, en hoe zou dat ook anders kunnen, het was de enige prijs die we ooit wonnen. Maar in Andere tijden sport blijkt dat er toch nog wel iets te ontdekken valt over het EK voetbal van 1988. Assistent-coach Nol de Ruiter blijkt nijver aantekeningen te hebben gemaakt. Wedstrijdbesprekingen, opstellingen, trainingen, kamerindeling in hotels, evaluatie van spelers – De Ruiter schreef en stopte alles in de ‘map van 88’.

De map, die al die tijd ongeopend bleef, blijkt tal van kleinoden te bevatten. Mooi is de uitnodigingsbrief die Jan Wouters ontving, op officieel bondspapier. ‘Amice’ luidde de aanhef, ‘namens de bondscoach Rinus Michels delen we je mede dat je behoort tot de selectie’, en de slotzin: ‘Vergeet je paspoort niet’. Zou dat nu nog steeds per brief gaan? En amice?

Mooi ook, en voer voor al diegenen die zich de haren uit het hoofd trekken van ergernis op het moment dat een Nederlandse coach weer eens over het belang van ‘verzorgd positiespel’ begint: in de aantekeningen die De Ruiter maakte tijdens Michels’ besprekingen duikt telkens weer het woord ‘opportuniteit’ op. ‘We moeten opportuniteit hebben, niet verliefd zijn op ons positiespel,’ noteert De Ruiter uit Michels’ mond, ‘ons positiespel is het middel om Marco of Ruud te vinden.’ Af en toe en ram naar voren is niets mis mee, daar kwam het op neer.

We wonnen de finale, maar daar gaat het natuurlijk niet over. De echte finale was de halve finale, de overwinning op Duitsland. De generatie van 1988 vereffende een rekening die al sinds (München) 1974 openstond.

In Andere tijden sport rijdt Hans van Breukelen naar Duitsland om Frank Mill op te zoeken. In Michels’ aantekening als een gevaar bestempeld, niet vanwege diens aanvalskracht, als wel omdat Mill de reputatie had van buitelaar. En buitelen deed hij, onder het oog van Van Breukelen, die pislink werd. Mill kan er nu wel om lachen. Lothar Matthäus was ook aardig geweest, voor Nederlandse voetbalfans destijds de devil incarnate tenslotte, of anders Olaf Thon wel: de speler die na afloop shirtje ruilde met Ronald Koeman om vervolgens tot zijn ontsteltenis toe te zien hoe diezelfde Koeman deed alsof hij met het shirt zijn kont afveegde. Dat waren, goddank, andere tijden.

Amerikaanse toestanden

Blackspace

Wie schoot vier leerlingen van een middelbare school dood en waarom is inspecteur Davidi zo gebeten op het oplossen van deze zaak?

lees verder

‘Amerikaanse toestanden,’ merkt iemand in het begin van de Israëlische serie Blackspace op nadat gemaskerde figuren het vuur hebben geopend op de Heritage High School, waarbij vier scholieren om het leven komen. Maar het is Amerika niet, het is Israël. Dus zijn de eerste verdachten die worden opgepakt, een drietal Palestijnse arbeiders dat in de school aan het werk was.

‘Wie heeft jullie gestuurd? Hamas? Jihad?,’ vraagt een woedende politie-inspecteur Rami Davidi (Guri Alfi) aan de bang kijkende mannen. Al enkele uren later realiseert Davidi zich dat de aanslag geen ‘politieke daad’ was, maar dat de schutters scholieren moeten zijn geweest. Kinderen met eenhoornmaskers en geweren die zich na de schietpartij weer onder hun angstige klasgenoten hebben gevoegd. Deze wending zorgt ervoor dat het aantal verdachten in één keer van drie naar driehonderdvijftig gaat.

Inspecteur Davidi is het soort vasthoudende, eigenwijze politieagent dat we inmiddels kennen uit het misdaadgenre. Hij mist één oog, zwemt het liefst tegen de stroom in, doet eigenlijk nooit wat zijn meerderen van hem vragen (omdat hij het zelf beter weet) en heeft een hoogzwangere vrouw die hij regelmatig in de steek laat omdat ‘de zaak’ roept. Dat Davidi zijn eigen schooltijd ook op Heritage High heeft doorgebracht en dat hij daar, zo onthult de serie beetje bij beetje, iets behoorlijk traumatisch heeft meegemaakt door toedoen van zijn mede-scholieren, maakt zijn zoektocht naar de daders persoonlijk.

Naast het politieverhaal loopt het verhaal van de tieners. Zoals altijd op een middelbare school zijn er onderlinge ruzies, romances en pesterijen. Dingen die vaak worden uitgevochten via Blackspace; een app waarop de scholieren anoniem berichtjes delen die vanzelf weer verdwijnen en waarvan hun sowieso vrijwel allemaal te drukke of afwezige ouders niet eens weten dat het bestaat.

Blackspace weet de makkelijkste clichés te vermijden. Acht afleveringen is wat veel, maar de serie weet de interesse vast te houden door de kijker iedere keer weer net even op het verkeerde been te zetten. De serie was een succes in Israël en een tweede seizoen is besteld.

Verhalen van waarde

SCrollodex

Scroll mee door de rolodex van de VPRO, en ga met ons op atelierbezoek bij zes kunstenaars die er nú toe doen. Deze week: Brian Elstak.

lees verder

Brian Elstak (Zaandam, 1980) is een alleskunner. Hij tekent, schildert, maakt animatie en is beeldend kunstenaar. Zijn werk was te zien in onder meer het Stedelijk Museum en het Tropenmuseum. Het bekendst is Elstak als illustrator; tot zijn opdrachtgevers behoort ook de VPRO Gids. Hij tekent prentenboeken, waarin zijn eigen kinderen de hoofdrol spelen. Die boeken móesten er komen, vertelt Elstak. ‘Als jonge vader zocht ik in de boekhandel naar titels waarin mijn kinderen zich konden herkennen, maar er was die dag niks te vinden. Toen ben ik het zelf maar gaan doen. Het is belangrijk dat kinderen van kleur meer voorkomen in kinderverhalen en films.’ Zijn eersteling Tori is bekroond met de prestigieuze Zilveren Penseel, en door Het Nationale Theater bewerkt tot kindertheatervoorstelling.

Elstak heeft een fijne neus voor bijzondere samenwerkingen. Zo zijn de voice-overs voor zijn animatiefilm Lowrey ingesproken door onder anderen rappers Akwasi, Adje, Sticks en Sef, en vroeg Elstak Karin Amatmoekrim en Esther Duysker, die een Gouden Kalf won voor Bulado, als co-auteurs voor zijn kinderboeken. Want waarom niet het talent van anderen inzetten om samen je eigen ding nog beter te maken? Die werkwijze, en Elstaks doe-het-zelfmentaliteit, vindt haar oorsprong in hiphop. ‘De sample-cultuur, het samenwerken: hiphop is heel democratisch. Kun jij iets goed, doe dat dan. Zo creëer je een Gesamtkunstwerk. Hiphop is voor ons als een wereldwijde religie. En hiphop gaf ons ook zelfvertrouwen. Er werd altijd gezegd dat hiphop tijdelijk zou zijn, het was niche. Waardoor we eigen feestjes, eigen labels, onze eigen dingen zijn gaan doen. Hiphop leerde me ook: je verhaal heeft value. Je moet het gewoon vertellen, en als mensen het niet snappen is dat hun probleem.’

Gevormd door de Marvel-comics en hiphop uit zijn jeugd, groeide Elstak via een loopbaan als creatief in de theaterwereld uit tot een rasverhalenverteller. Verpakt in een aantrekkelijke, dynamische stijl snijdt hij in zijn werk grote thema’s aan, zoals ongelijkheid en black awareness. Elstak wil verhalen vertellen die ertoe dóen. ‘Het belangrijkste wat ik tot nu toe heb gedaan is Franklin (2019), een graphic novel in samenwerking met grafisch ontwerper Lyanne Tonk en historicus Marga Altena. Zij deed onderzoek naar de geschiedenis en perceptie van zwarte Amerikaanse militairen in de Tweede Wereldoorlog aan de hand van dagboeken en verhalen van nabestaanden. Tien procent van het Amerikaanse leger was zwart. Ons boek laat zien dat Nederland mede bevrijd is door zwarte mensen. De oma van mensen die nu rare dingen op twitter posten, is misschien wel bevrijd door een zwarte soldaat. Met Franklin hebben we dit thema behapbaar gemaakt. En dat bedoel ik, als ik het heb over dat ik verhalen wil vertellen die een verschil kunnen maken’

Meer over multimediaal project Scrollodex op pagina 14.