Er werd resultaat geboekt. Binnen twee jaar was de hongersnood uitgebannen en werd zelfs voedsel geëxporteerd, zodat het land althans in dat opzicht zelfvoorzienend was. Er werden tien miljoen bomen geplant en overal verrezen scholen en gezondheidscentra. Wel een verschil met sommige andere toenmalige regimes in Afrika, waar na coups vaak het ene corrupte regime volgens etnische scheidslijnen werd vervangen door het andere, al dan niet gesteund door het Westen of de Sovjet-Unie.
Maar natuurlijk was ook Burkina Faso geen heilstaat, en Sankara geen heilige. Door eenzijdig de nadruk te leggen op de binnenlandse (voedsel)productie werden andere sectoren verwaarloosd en raakte de economie van Burkina Faso ernstig uit balans. En de beoogde snelle transformatie van een land, zo leert de geschiedenis, vindt zelden langs democratische weg plaats en kan haast alleen met dwang worden opgelegd, op z’n best door een verlicht despoot – wat Sankara dan ook was.
Zijn ‘culturele revolutie’, die onder meer bestond uit gratis huisvesting, afschaffing van huren, een grootscheepse verbouwing van de hoofdstad Ouagadougou en de aanleg van spoorwegen, moest natuurlijk wel gefinancierd worden en ging weer ten koste van andere zaken. Ook werden zogeheten volkstribunalen opgericht, met professionele en lekenrechters, om vermeende tegenstanders van het regime te berechten, waarbij de beklaagden zelf hun onschuld moesten bewijzen in plaats van dat hun schuld werd bewezen – waar en wanneer hebben we die schijn van onafhankelijke rechtspraak toch eerder gezien?
Sankara zocht in zijn buitenlandbeleid weliswaar steun bij westerse landen, waaronder Frankrijk, maar verzette zich ook sterk tegen het neokolonialisme en riep Afrikaanse landen op hun schulden aan het Westen niet te betalen, waardoor hij eerder steun vond bij landen als Libië, Cuba en toenmalige Oostblokstaten.
Op 15 oktober 1987 volgde een nieuwe staatsgreep, waarbij Sankara werd vermoord. Over Franse betrokkenheid werd gespeculeerd. Alles wat aan Sankara en zijn beleid herinnerde werd uitgebannen. Hij werd naamloos begraven, maar nadien werd hij een voorbeeld van Afrikaans zelfbewustzijn en onafhankelijkheid. Vorig jaar begon een proces tegen een aantal betrokkenen bij de coup en de moord van 1987. Oud-president Compaoré en het toenmalig hoofd van zijn lijfwacht stonden bij verstek terecht en werden april van dit jaar veroordeeld tot levenslang.