Een jaar of vier geleden zat Maya Shamir in de trein met Massih Hutak. Shamir is programmeur bij de slaa, de stichting die literaire activiteiten in Amsterdam organiseert. Hutak, schrijver, rapper en destijds nog leraar Nederlands, had net een column voorgelezen bij de Nieuws BV op Radio1. Ze maakten een praatje en, zo vertelt Shamir, ‘ik weet niet meer precies hoe we erop kwamen, maar we bleken allebei een Rus in de tas te hebben.’
Dat zette haar aan het denken. Twee jonge mensen die in de trein van Hilversum naar Amsterdam zitten en allebei een boek van een oude Russische schrijver bij zich hebben. ‘Als het over Russische literatuur gaat, zijn het altijd van die doorgewinterde lezers, schrijvers en critici die je hoort, maar er zijn ook liefhebbers van wie je het niet direct verwacht.’
Massih Hutak bijvoorbeeld, een rapper uit Amsterdam-Noord die als jongetje uit Afghanistan naar Nederland kwam, en zijn eerste Rus kreeg aangereikt door filosoof René Gude. De voormalig Denker des Vaderlands, die in 2015 overleed, leende de zestienjarige Massih De meester en Margarita. Daarna volgde Oblomov, in wiens tragiek hij zich bleek te herkennen. ‘Massih en ik waren het erover eens dat de Russen zoveel te bieden hebben’, zegt Shamir. ‘Niemand kan je een beter inkijkje geven in de ziel van de Rus dan Tsjechov. Dat gun je iedereen.’