Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
‘AI heeft ons nodig’
De Duitse kunstenaar Mario Klingemann maakt in zijn werk gebruik van artificiële intelligentie (AI) en geldt als pionier op dat gebied. ‘AI-kunst is gemaakt voor mensen, niet voor andere computers.’
Voor het letterbord staat een knielbankje en de bezoeker die erop knielt ziet een zin verschijnen. ‘Die ervaart dat meestal als een persoonlijke boodschap,’ legt Klingemann uit wanneer we hem via Skype spreken. ‘De bezoeker geeft de zin betekenis, dat is precies waar het mij om te doen is.’ Het werk, luisterend naar de titel Appropriate Response, is Klingemanns reactie op de ‘aandachtseconomie’, waarin mensen, soms nogal hysterisch, betekenis geven aan een serie tekens op Twitter of andere onlineplatforms.
Portretten
Toen volgde de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Klingemann maakte daarmee zijn bekendste werk, Memories of Passersby I, een autonoom werkende AI-installatie die in 2018 bij Sotheby's voor 42.000 dollar werd geveild. De installatie bestaat uit twee schermen waarop steeds vervormde portretten van een vrouw en een man te zien zijn, geproduceerd zonder menselijke inmenging, afgezien van de gebruikte trainingssoftware.
Wolken
We kunnen ons niets voorstellen dat buiten ons systeem en onze perceptie ligt. Je herkent gezichten op basis van statische kenmerken, zoals ogen, neus en oren. Maar soms zie je ook gezichten in de wolken, omdat je dezelfde patronen tegenkomt. Computers zijn daar nog beter in: het herkennen van patronen op basis van informatie die jij de machine voedt. Ze leggen verbanden die jij nooit zult kunnen leggen.’
Je kunt je een gesloten systeem van alleen maar AI voorstellen, maar wat daar zal worden geproduceerd, is onbegrijpelijk voor ons. Dat zie je al in de muziek: AI-muziek zonder menselijke regels als harmonie, melodie en ritme levert random noise op. Dat is een ander universum.’ Daar komt bij dat Memories of Passersby I weliswaar doorlopend nieuwe portretten genereert, maar oneindig is het systeem niet. Zonder nieuwe input van buiten zal het systeem op zeker moment geen nieuwe combinaties meer maken. Klingeman: ‘AI heeft ons nodig, zij voedt zich door ons.’
Sterfelijkheid
‘Tja,’ zucht Klingemann, ‘hoe beoordeel ik mijn eigen werk? Ik bepaal zelf normen: is iets interessant of origineel? Om dit te bepalen moet dat wat ik heb gecreëerd afwijken van dat wat ik al ken. Een persoonlijke afweging, waarbij iedereen tot een andere conclusie zal komen. Een computer heeft geen bewustzijn, wij geloven dat mensen dat wel hebben. Maar computers kunnen wel de patronen vinden op basis waarvan wij oordelen vormen. Computers weten daarom vaak beter wat wij leuk en mooi vinden dan wijzelf. En ze kunnen ook steeds beter onze emoties herkennen.
In de kunstwereld gaat er dankzij AI een deur open naar nieuwe mogelijkheden. Sommigen nemen die deur, anderen niet. Ik zie AI als een impuls om dingen te veranderen binnen de kunstwereld. Voorlopig als een stuk gereedschap waarmee ik werk. Kunst moet wel menselijk blijven. Als iets volledig machinaal is, is het misschien even interessant als noviteit, maar het spreekt ons niet duurzaam aan.’
Dit was het eerste interview in een vierdelige serie over AI en kunst. Volgende week deel 2: schrijver Ross Goodwin, die AI gebruikt om boeken en gedichten te produceren.