Econometrist Jedid-Jah Jonker (1974) werkt als coördinator methoden en technieken bij de Algemene Rekenkamer. Daarnaast is hij onbezoldigd beheerder van de Simpelsite en ‘huisarchivaris’ van het Simplisties Verbond. ‘Iets half doen kan ik niet, dat is een beetje mijn makke.’

Hoe is deze uit de hand gelopen hobby begonnen? 
Jedid-Jah Jonker
: ‘Op de middelbare school keek ik al naar Van Kooten en De Bie, dus toen ik in 1992 econometrie ging studeren was ik al een tijd groot liefhebber. In die periode kwam ook het internet op en bij mijn studie, best nerdy, zaten verschillende studenten die handig waren met computers en websites konden bouwen. Een daarvan was zó goed, die kon het hele systeem van de Erasmus overnemen.’

Handig. Kun je je cijfers beetje opkrikken.
‘Dat heeft hij nooit gedaan. Er kwamen toen ook wat websites over Koot en Bie, maar die waren gewoon niet zo goed. Allemaal hobbywerk en inmiddels zijn die allemaal weer verdwenen. Ik vond dat ze een betere site verdienden en Erjen van Nierop, een studievriend, heeft mij daarbij geholpen. Hij zorgde voor de structuur en de database, en die ben ik gaan vullen. Je ziet aan de lay-out wel dat het uit de jaren negentig komt.’

Stencil met de nieuwe beginselverklaring van het Simplisties Verbond 1975-’76

Een beetje ouderwets.
‘De inhoud is belangrijker dan de vorm. Het is niet compleet, maar wel behoorlijk uitgebreid. Alle uitzendingen en alle typetjes zijn beschreven. In het begin heb ik voor de zekerheid Wim de Bie gemaild met de vraag of hij er een probleem mee had dat deze website er was, want ik wilde geen gedoe. Het is niet commercieel, het is uit liefde geboren. Ik steek er veel tijd in, maar het is absoluut niet bedoeld om er zelf beter van te worden. Het is gewoon belangrijk dat het er is. Nou, dat onderkende Wim ook. Ik heb bij het Sociaal en Cultureel Planbureau gewerkt toen Paul Schnabel daar directeur was. Hij was toen juryvoorzitter van de Gouden Ganzenveer en die ging in 2004 naar Kees van Kooten. Omdat Paul wist dat ik die website had, vroeg hij of ik meeging naar de uitreiking. Kees was toen nog niet zo handig met internet, dus ik heb hem een papieren versie van een paar screenshots van de website gegeven. Hij reageerde heel vriendelijk. Wim had het toen al gezien via e-mail. In 2007, toen ze het erelidmaatschap van het Genootschap Onze Taal kregen, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en gevraagd of ik ze mocht interviewen voor mijn site. Samen met mijn broer, ook een fan, heb ik dat toen gedaan. Daarna is het contact eigenlijk gebleven, in die zin dat ze mij altijd uitnodigden voor evenementen, zoals de voorpremière van de documentaire die Coen Verbraak over ze had gemaakt.’

‘Wim was een enorme verzamelaar, maar geen ordenaar’

Jedid-Jah Jonker

Ah, Van Kooten en De Bie sloegen weer toe!
‘Ja. Daarin zag je Wim, die toen net weer naar Den Haag verhuisd was, in een City Box tussen de dozen staan. Hij had het over het grootste Koot-en-Bie-archief ter wereld en na afloop raakten we in gesprek. Daarbij noemde ik mezelf schertsend huisarchivaris en dat woordje was kennelijk blijven hangen bij Wim. Hij wist dat er iets moest gebeuren met dat archief, maar wat en hoe? Toen heb ik aangeboden om mee te denken en later ben ik met hem naar de opslagruimte gegaan om te kijken wat er allemaal was. Wim was een enorme verzamelaar, maar geen ordenaar. Hij zei: “Als ik een doos open word ik direct bevangen door de hoeveelheid. Dan doe ik die snel weer dicht, het overweldigt me.’’ Kon ik me wel voorstellen.’

Bent u toen gaan helpen?
‘Ja, en er moest ook nog bepaald worden waar het archief uiteindelijk naartoe zou gaan. Dat werd Beeld & Geluid, maar in die staat kon het daar nog niet heen. Alles lag door elkaar en er zat ook veel privémateriaal van Wim en Kees tussen. Wim was echt de bewaarder van de twee. Zo is het elf jaar geleden ongeveer begonnen. In het begin ging ik elke vrijdagmiddag naar hem toe. Samen reden we naar het archief en dan begonnen we met sorteren. Eerst per seizoen en dan binnen het seizoen weer per uitzending. Foto’s, draaiboeken, teksten, krantenknipsels, noem maar op. Daar heb ik allemaal nieuwe mapjes voor geregeld, al heb ik daar in het begin soms met pen op geschreven in plaats van met potlood. Dat had ik niet moeten doen, want dat kan vlekken. Maar goed, verder is het conform de eisen van de Archiefwet.’

‘Onze identiteit is mede door hen bepaald en dat moet op een fatsoenlijke manier behouden blijven’

Kende u die?
‘Ik heb helemaal uitgezocht hoe je moet archiveren en ook advies gevraagd bij Beeld & Geluid. Iets half doen kan ik niet, dat is een beetje mijn makke. Als ik ergens voor ga, zoek ik het ook goed uit. Eerst met die website en nu dus met het archief. Het belangrijkste werk daarvoor is gedaan, de basis is op orde.’

De samenstellers van de serie Toen werd nu hadden veel profijt van uw kennis.
‘Het was bijzonder leuk om ze te helpen. Ik ken het oeuvre best goed, het is ons erfgoed. Onze identiteit is mede door hen bepaald en dat moet op een fatsoenlijke manier behouden blijven. Het is een tijdsbeeld en ook een mensbeeld. Het is leuk dat scènes en types worden uitgelicht en dat ze nog eens aandacht krijgen, maar daarmee gaat ook iets verloren.’

Wat dan?
‘Een uitzending is een compositie met verschillende lagen. Je ziet dingen terugkomen, er zitten verschillende lijnen in. En een seizoen heeft weer een structuur, je kunt er op verschillende niveaus van genieten. Jacobse en Van Es worden altijd genoemd als voorbeelden van tijdloze typetjes. Dat zijn ze ook, maar mensen vergeten dat ze samen met Walter de Rochebrune en Cor van der Laak deel uitmaakten van iets groters toen ze op televisie kwamen. De wisselwerking tussen die drie personages en de synergie gaan soms een beetje verloren als er zo gefocust wordt op losse scènes of afzonderlijke typetjes. Vergeet ook het technisch vernuft niet, bijvoorbeeld wanneer ze met hun eigen types in gesprek gingen. Dan vergeet je gewoon dat ze tegen zichzelf praten. Qua timing is dat best ingewikkeld. Het is trouwens ook opmerkelijk dat veel mensen denken dat ze elke zondagavond op televisie waren. Was niet zo.’

Eerste decor van het Simplisties Verbond

Is al het televisiewerk bewaard gebleven?
‘Niet alle uitzendingen zijn bewaard. Zelf ben ik zeer benieuwd naar een Duitse versie van Hadimassa, maar dat is nog vóór het Simplisties Verbond. Met Wim heb ik het er weleens over gehad of we die bij de Bavaria Studios boven water kunnen krijgen, maar dat hebben we nooit geprobeerd. Van die eerste paar Simplisties Verbondseizoenen is niet alles goed in de archieven terechtgekomen. Er waren destijds nog nauwelijks privévideorecorders, dus de kans dat iemand die nog heeft is niet zo groot.’

Wordt u weleens voor gek verklaard?
‘Nee hoor. Wat wel leuk is: toen ik bij de Rekenkamer kwam werken heb ik me, net als alle andere nieuwe medewerkers, voorgesteld op intranet. Natuurlijk vertelde ik ook over deze hobby en iedereen was zo enthousiast dat er een interview volgde in ons personeelsblad, Reken maar. Een van de raadsadviseurs van Mark Rutte vertelde dat hij nieuwe medewerkers van zijn team altijd naar de scène met de verhoren van het zogeheten Nationale Rampenfonds liet luisteren. Daarin wringen verantwoordelijke bestuurders zich in allerlei bochten om hun verantwoordelijkheid te ontlopen. Het Rampenfonds is leeg, terwijl er geen ramp was en niemand weet waar het geld is gebleven. Dat was een parodie op de parlementaire enquête die in 1983 werd ingesteld naar aanleiding van de staatssteun aan scheepswerf RSV, met topambtenaar Josef Molkenboer. Die sketch wordt dus nog steeds gebruikt om ambtenaren te laten zien dat dit dus nooit meer mag gebeuren in de politiek.’

Vorig jaar verscheen in Trouw een brief van u over het duo.
‘Dat was na het overlijden van Wim. In de krant werden ze toen laatbloeiers genoemd en dat was echt onzin. Ze hadden al een Zilveren Nipkowschijf gewonnen voordat ze überhaupt met het Simplististies Verbond waren begonnen.’

meer 50 jaar Simplisties Verbond

  • de vpro gids in je mailbox?