Martin Koolhoven drukt zijn zwarte bril tegen zijn neus en begint tegen een soort rechthoekige lampenkap te praten. ‘Alien is een parasiet,’ zegt hij, ‘dat was het idee. Een parasiet die eitjes legt. Het is dan midden in de nacht. En het moet gewoon een verkrachting zijn. Dat dacht scenarioschrijver Dan O’Bannon: we gaan gewoon een man verkrachten!’
Even zwijgt Koolhoven. Hij richt zich tot de lampenkap. ‘Dat zei ik misschien te lollig.’
‘Ik vond het wel goed,’ zegt David Kleijwegt, die een tiental meter verderop op een stoel zit. Ook hij praat tegen een rechthoekige kap.
Maandag 11 november zijn in de Singelstudio’s opnamen voor de tweede reeks van De kijk van Koolhoven. De filmmaker zit op een stoel in een grote lege hal waarvan een van de muren bedekt is met een enorm green screen. Daarvoor staan een tafeltje en een stoel. Het is koud. De verwarming is uitgezet vanwege de brom- en piepgeluiden van de waterleiding.
Koolhoven is met zijn volle baard en zwarte bril inmiddels een bekende verschijning in de Nederlandse filmwereld. Hij maakte furore met de films Het schnitzelparadijs, Oorlogswinter en Brimstone. De kijk van Koolhoven is te zien als een reeks colleges van regisseur en cinefiel Martin Koolhoven. Aan de hand van zijn favoriete filmscènes vertelt hij over de kunst van de speelfilm. De ‘genrefilm’ om precies te zijn. ‘Eigenlijk alles wat geen drama is,’ legt Koolhoven uit, ‘vroeger had je in de videotheek een afdeling drama, met Kramer vs. Kramer en zo. Nou, daar moest je dus niet zijn… Wel een goede film trouwens.’