Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.
In de nieuwe Britse miniserie The Pursuit of Love staat een Engelse, aristocratische familie vol excentrieke figuren centraal. We spraken erover met acteurs Lily James en Emily Beechum. 'Dit is zo mooi en ook zo grappig.'
cadeautje
Vlak voor de opnames van de nieuwe BBC-adaptatie van Nancy Mitfords The Pursuit of Love vorig jaar van start gingen, besloot hoofdrolspeelster Lily James (Downton Abbey) de roman uit 1945 nog een keer te lezen. Gewoon om te kijken hoe het script, geschreven door actrice Emily Mortimer (The Newsroom), zich verhield tot het klassieke bronmateriaal. ‘Ik heb inmiddels in meerdere boekverfilmingen gespeeld’, zegt de actrice een jaar later tijdens een groepsinterview via Zoom. ‘Maar dit was een unieke ervaring. Alles uit het boek dat ertoe doet, ieder stukje waar ik als lezer iets bij voelde, het was allemaal door Emily in het script verwerkt. Hoe ze het gedaan heeft weet ik niet, maar ik weet zeker dat dit de adaptatie is die Nancy Mitford zelf had gewild.’
The Pursuit of Love gaat over een Engelse, aristocratische familie vol excentrieke figuren. Het speelt in de jaren tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog, en focust op de een na oudste dochter Linda Radlett (James). Linda is een ‘wild en nerveus schepsel vol passie en verlangen’ vertelt haar nichtje Fanny Logan (Emily Beecham) liefdevol in de openingsscènes van de driedelige miniserie. En Linda wil twee dingen: liefde, en ontsnappen aan het huis waar ze is opgegroeid en aan haar immer boze vader (Dominic West) - die zijn eigen kinderen iedere kerst te paard en met bloedhonden opjaagt, alsof het wild is.
Fanny zelf is op jonge leeftijd bij een tante achtergelaten door haar moeder (Emily Mortimer), die The Bolter genoemd wordt, vanwege haar neiging om er iedere keer met een andere man vandoor te gaan. En op het landgoed naast dat van de Radletts woont Lord Merlin, heerlijk gespeeld door Andrew Scott (Fleabag), een volledig vrije geest die gehaat wordt door oom Matthew, en aanbeden door Linda.
Waar Fanny de meer pragmatische van het stel is, is Linda een en al impulsiviteit en emotie. Een jonge vrouw die de ene kerst zelfmoord probeert te plegen om zo dicht bij haar door haar vader gedode hond te kunnen zijn, en een andere kerst de veel te jonge buurmeisjes vertelt hoe de bloemetjes en de bijtjes echt werken – om ze tevreden na te kijken als ze huilend wegrennen. ‘Linda heeft al dat vuur en al die passie in zich en geen idee wat ze ermee moet,’ zegt James die het heerlijk vond om Linda te spelen omdat ‘the sky the limit is’ bij haar. ‘De enige manier waarop ze een uitweg ziet uit haar leven, is door te trouwen.’ Iets dat ze dan ook iets te impulsief doet, met alle gevolgen van dien.
Mortimer, die tevens alle drie de afleveringen van het kostuumdrama regisseerde, koos volgens actrice Beecham bewust voor een soundtrack vol met moderne nummers. Ook gebruikte ze een voor het genre opvallend vlotte, speelse vertelstijl, die zwaar geïnspireerd lijkt door Wes Anderson. ‘We wilden het geheel vooral heel toegankelijk en urgent maken,’ legt Beecham tijdens het zoomgesprek uit. ‘De manier waarop Linda en Fanny zichzelf zien en hun weg vinden in de wereld is nog steeds relevant en volledig herkenbaar voor vrouwen van nu. Ook al waren er in die tijd een stuk minder opties voor vrouwen dan er nu zijn.’
Maar juist dat laatste, vult James aan, maakt dit verhaal zo interessant. ‘Ik moet altijd denken aan wat mijn leraren op de toneelschool zeiden: chaos binnen iets vastomlijnds maakt het drama en conflict duidelijker. Omdat vrouwen in die vroege twintigste eeuw meer restricties hebben, worden hun worstelingen intenser. Als het ware uitvergroot door de tijd.’
Dat het in de vorige eeuw speelt, maakt de serie volgens Beecham ook een fijne ontsnapping aan het heden. ‘Ik heb absoluut het idee dat het mensen zal opvrolijken. Het is zo’n moeilijk jaar geweest, en dit is zo mooi en ook zo grappig. Dat moet wel opbeurend werken.’