Branagh en zijn ouders zullen Belfast uiteindelijk verlaten. In 1970 verhuist het gezin naar Reading, net boven Londen. Als zestienjarige gaat Branagh naar de Royal Academy of Dramatic Arts (RADA) in Londen en al snel groeit hij uit tot de grootste Shakespeare-acteur van zijn generatie. Eerst in het theater en later ook op het witte doek. Zijn Ierse accent heeft hij dan allang afgeschud. Net als zijn arme jeugd in Belfast.
Een vroeg hoogtepunt is Branaghs regiedebuut, de Shakespeare-verfilming Henry V (1989), waarin hij ook de hoofdrol speelt. Het levert hem in 1990 twee Oscarnominaties op (beste hoofdrol én beste regie) en Branagh wordt door de Britse pers binnengehaald als de nieuwe Laurence Olivier. Bijna een genre op zich.
Branagh zal daarna nog een half dozijn Shakespeare-verfilmingen maken en blijven acteren en regisseren. Zijn lange cv op beide terreinen is indrukwekkend – van zijn rollen als Wallander en Hercule Poirot tot de regie van Hollywoodblockbusters als Thor en Jack Ryan: Shadow Recruit –, maar met Belfast heeft hij misschien wel de beste en zeker de meest persoonlijke film uit zijn carrière gemaakt.
Voor de 61-jarige Branagh is de cirkel nu dan ook rond. Tegen de Britse nieuwssite iNews bekende hij dat hij ooit met iemand werkte die zijn vader totaal niet zag zitten. ‘Toen ik hem vroeg waarom niet, zei mijn vader: “Volgens mij is hij zichzelf vergeten.” Dat is een doodzonde waar ik vandaan kom. Door Belfast weet ik weer wie ik ben.’