Shakespeare-acteur en -regisseur Kenneth Branagh groeide op in een arbeidersgezin in Noord-Ierland. In zijn fraaie autobiografische drama Belfast volgen we Buddy, die negen jaar oud is als The Troubles zijn wijk bereiken.

De film begint met beelden van de Noord-Ierse hoofdstad Belfast. In kleur. De camera vliegt over de haven van Belfast en we zien een moderne stad. Dan gaan we terug in de tijd en kleur wordt zwart-wit.

We zijn in Tiger’s Bay, een arbeidersbuurt waar zowel katholieken als protestanten wonen. Het is 15 augustus 1969 en we zien hoe een jochie speelt dat hij een ridder is. Met een houten zwaard en het deksel van een vuilnisemmer als schild rent hij door de straten. Plotseling staat hij stil. Door zijn straat trekt een woedende menigte die schreeuwt dat alle katholieken die daar wonen moeten opdonderen. The Troubles hebben Tiger’s Bay bereikt.

‘Het was een gelukkige tijd, en toen ineens niet meer. Die omslag moest de kijker voelen, want als kind werd ik daar compleet door verrast’

KENNETH BRANAGH

Dat jochie is acteur en regisseur Kenneth Branagh (1960), die in Oscarfavoriet Belfast terugkeert naar zijn jeugd in Noord-Ierland, waar hij als negenjarige ineens tussen de barricades belandde. In de film heet de jongen overigens Buddy, maar Branagh, die ook het scenario schreef, heeft er in interviews geen geheim van gemaakt dat het meeste wat we in de film zien is gebaseerd op zijn eigen ervaringen.

Buddy’s vader en moeder zijn protestant, maar ze weigeren mee te werken aan het uitzetten van hun katholieke buren. Zodat het gezin tussen twee vuren komt te zitten.

Intimidatie

Branagh koos er bewust voor om dicht bij Buddy te blijven en het Noord-Ierse conflict verder niet te belichten. In een interview met The Guardian legde hij uit waarom. ‘Dat is niet wat de jongen zag. Hij zag intimidatie, het begin van een soort gangstermentaliteit, omdat hij te jong was om de politiek eromheen te begrijpen. We krijgen dus zijn beperkte blik op de zaak, maar dit betekent ook dat we niet de fout maken die veel grotere geesten dan ik in het verleden wel hebben gemaakt. Namelijk dat je meent dat het goed is om alles te willen uitleggen.’

En dus kijken we in Belfast mee met Buddy. Zo zijn we niet alleen getuige van de chaos en ellende van het bloedige conflict, maar ook van Buddy’s eerste verliefdheid, het hartstochtelijke maar wankele huwelijk van zijn ouders en de warme genegenheid van zijn opa en oma.

Beeld uit Belfast

Buddy ís Belfast en het was dus essentieel voor Branagh om de juiste acteur voor zijn alter ego te vinden. Dat werd de toen eveneens negenjarige Jude Hill, die inderdaad geweldig is. Tegen de Amerikaanse nieuwssite Deadline vertelde Branagh waarom hij voor Hill koos. ‘Judes moeder blinkt uit in Ierse dans en ook Jude is daar goed in. Zijn vader is een sporter en ook Jude is fysiek erg behendig. Dat geeft hem iets zelfverzekerds. Geen arrogantie, maar zelfvertrouwen. En daar komt bij dat Jude ook nog eens heel goed kan luisteren. Eigenlijk was dat de belangrijkste reden om hem te casten. Hij houdt onze aandacht gevangen, ook al zien we hem alleen maar reageren op wat anderen doen en zeggen. Dat is de helft van zijn rol: dat we op zijn gezicht kunnen zien wat de impact is van alles wat er om hem heen gebeurt.’

En dat is dus wat Branagh destijds allemaal zelf heeft gezien. En wat er toen in het leven van de jonge Kenneth gebeurde heeft diepe indruk op hem gemaakt. Eveneens tegen Deadline: ‘Mijn leven daarvoor was zo simpel. Het was een gelukkige tijd, en toen ineens niet meer. Die omslag moest de kijker voelen. Hoe fragiel de werkelijkheid is, want als kind werd ik daar compleet door verrast. Mijn straat was nog dezelfde straat, mijn buren waren dezelfde buren en ik woonde nog in dezelfde stad – maar in een paar uur werd mijn wereld volledig op zijn kop gezet.’

Doodzonde

Branagh en zijn ouders zullen Belfast uiteindelijk verlaten. In 1970 verhuist het gezin naar Reading, net boven Londen. Als zestienjarige gaat Branagh naar de Royal Academy of Dramatic Arts (RADA) in Londen en al snel groeit hij uit tot de grootste Shakespeare-acteur van zijn generatie. Eerst in het theater en later ook op het witte doek. Zijn Ierse accent heeft hij dan allang afgeschud. Net als zijn arme jeugd in Belfast.

Een vroeg hoogtepunt is Branaghs regiedebuut, de Shakespeare-verfilming Henry V (1989), waarin hij ook de hoofdrol speelt. Het levert hem in 1990 twee Oscarnominaties op (beste hoofdrol én beste regie) en Branagh wordt door de Britse pers binnengehaald als de nieuwe Laurence Olivier. Bijna een genre op zich.

Branagh zal daarna nog een half dozijn Shakespeare-verfilmingen maken en blijven acteren en regisseren. Zijn lange cv op beide terreinen is indrukwekkend – van zijn rollen als Wallander en Hercule Poirot tot de regie van Hollywoodblockbusters als Thor en Jack Ryan: Shadow Recruit –, maar met Belfast heeft hij misschien wel de beste en zeker de meest persoonlijke film uit zijn carrière gemaakt.

Voor de 61-jarige Branagh is de cirkel nu dan ook rond. Tegen de Britse nieuwssite iNews bekende hij dat hij ooit met iemand werkte die zijn vader totaal niet zag zitten. ‘Toen ik hem vroeg waarom niet, zei mijn vader: “Volgens mij is hij zichzelf vergeten.” Dat is een doodzonde waar ik vandaan kom. Door Belfast weet ik weer wie ik ben.’

elke vrijdag