De titelheld van de documentaire Gerlach heeft stug wit haar en heldere blauwe ogen. Om zijn mond speelt altijd een glimlach en hij loopt zo krom dat zijn blik altijd op de grond is gericht. Hij maakte de lagere school niet af, maar is zeer welbespraakt en zit vol mooie oneliners.
In de eerste scènes zien we Gerlach zich over zijn land bewegen. Hij keurt zijn planten, wroet in de bodem en raapt wat aarde op. Een boer zoals ze al honderden jaren bestaan. Maar dan zoomt de camera uit van de ouderwetse, maar keurig onderhouden boerderij. We zien een McDonalds, een snelweg, een distributiecentrum, een tankstation. Een vliegtuig komt brullend dichterbij, op weg naar de landingsbaan. Om de akkers heen woekert industrie en transport. Gerlach is hier de laatste boer.
Toen hij veertien was werd zijn vader ziek en kreeg hij de verantwoordelijkheid over de boerderij. Dat is nu zestig jaar geleden. Hij verbouwt bieten, aardappelen en granen en heeft een winkel aan huis met groente en fruit. Het huis heeft hij zelf gebouwd. Als knipoog naar de fastfoodketen staat op het erf een geel-rood Gerlach’s-logo op een paal. Aan de schuur hangt een lichtbak met palmboompjes waarop staat ‘Gerlach’s aardappelparadijs’.