Ik was een kind vertelt het verhaal van veertiger Anneloes, opgegroeid in een gereformeerd gezin. Op haar zestiende deed zij melding van seksueel misbruik door haar vader en broer. Zij werden vrijgesproken, waarna Anneloes’ leven compleet ontspoorde. Documentairemaker Geertjan Lassche: ‘Deze film was a hell of a job.’

Incest is een onderwerp dat zo veel weerzin oproept dat slachtoffers die naar voren komen pijnlijk vaak te maken krijgen met ongeloof en afwijzing. Ze zijn gek, zo krijgen ze te horen: het kan niet waar zijn, het ís niet waar. Zeker wanneer het misbruik plaatsvindt in een gesloten gemeenschap, zoals de Gereformeerde Gemeenten: een van de meest orthodox-protestantse kerkgenootschappen. Veertiger Anneloes, hoofdpersoon in de documentaire Ik was een kind, groeide in de jaren tachtig en negentig op in deze gemeenschap, waar haar vader een vooraanstaande positie bekleedde bij de SGP.

‘Ik zat bij Anneloes aan tafel te praten, toen ik me realiseerde dat het hele verhaal zich afspeelt in haar gezicht’

Geertjan Lassche

Als ze rond haar zestiende vertelt wat er speelt, wordt ze niet geloofd. Iets wat op een bepaalde manier nog erger is dan het misbruik zelf, zo legt Anneloes uit in Ik was een kind, dat uitgezonden wordt in de reeks De 10 geboden. Ze wordt uit huis geplaatst, maar als ze onder de hoede van jeugdzorg en de ggz komt gaat het van kwaad tot erger. In plaats van dat ze herstelt van haar trauma komt er trauma bovenop. Anneloes zit maandenlang in de isoleercel, wordt steeds agressiever, sticht brand, duwt een hulpverleenster de sloot in en komt via de daklozenopvang in de prostitutie terecht. Toch krijgt ze uiteindelijk haar leven weer op de rit. Ze doet aangifte tegen haar vader en broer, maar ook in hoger beroep worden zij vrijgesproken. Er ligt weliswaar een bekentenis, maar die zou onrechtmatig verkregen zijn.

Gezicht

Drie jaar geleden zocht Anneloes contact met documentairemaker Geertjan Lassche (1976) om te praten over haar verleden. Die zag het complexe onderwerp niet bepaald zitten, maar het verhaal liet hem ook niet los. Lassche: ‘Toen ik Anneloes voor het eerst had gesproken, deed ik een rondje langs collega's. Niemand zei: goh ja, dat moet je doen. Ik hoorde eerder: brand je vingers er niet aan. Zelf voelde ik ook heel veel weerzin om erop af te gaan, om te zeggen: nu gaan we dit eens even helemaal doornemen. Want Anneloes’ verhaal is topzwaar. En dat is precies de dynamiek die ook optreedt als je in het dagelijks leven hoort over misbruik: de meeste mensen zijn geneigd om een blokje om te gaan. Te ingewikkeld. Maar ik was vooral overdonderd door wat Anneloes me vertelde. Hoe eenzaam en geïsoleerd zij als kind is komen te staan, hoe ze is vastgelopen in alle systemen. Het gezin faalde, de kerk faalde, de ggz faalde, het OM faalde – de samenleving als geheel heeft gefaald. Het is echt een godswonder dat Anneloes nog leeft. Zij is heel sterk en heel intelligent, maar het is wel een zwaargewonde vrouw.’

Ik was een kind heeft een bijzondere vorm. We zien voortdurend Anneloes, terwijl zij ofwel in haar eentje in de camera praat, ofwel mensen uit haar omgeving interviewt: haar oom, haar nicht, haar psycholoog, de schoonmaakster van haar ouders – zelfs de hulpverleenster die ze de sloot in geduwd heeft. Lassche: ‘Toen ik weer eens bij Anneloes aan tafel met haar zat te praten en naar haar keek, realiseerde ik me dat het hele verhaal zich afspeelt in haar gezicht. Ik dacht: wat als we het nou eens omdraaien? Bij de meeste documentaires in dit genre is het slachtoffer onherkenbaar gemaakt en zie je de andere sprekers wel. Nu is het andersom: we kijken naar Anneloes en de andere, onherkenbare sprekers reflecteren op haar. Dat werd de vondst: je kijkt gewoon 75 minuten lang naar één gezicht. Een gok, maar het heeft volgens mij heel goed uitgepakt.’

Dissonanten 

Researcher Janicke Bijlsma was bij alle opnames aanwezig. Lassche: ‘Dat leek me wel zo verstandig, een vrouwelijke collega erbij. De film is ook bewust door een vrouw gemonteerd: Mariette Faber. Omdat vrouwen misschien een ander perspectief kunnen bieden op deze thematiek. Janicke wilde ik er ook bij uit zorg voor Anneloes. Kijk, ik ben soms best streng voor de mensen in mijn documentaires, omdat ik streef naar waarachtigheid. Maar ik werkte nu wel met iemand die extra kwetsbaar is, terwijl ik ook veel vragen moest stellen over het dossier. Daarom vond ik het heel belangrijk dat er altijd iemand voor Anneloes was. Ik wil graag dat er dissonanten in mijn films zitten, zoals in dit geval het feit dat Anneloes iemand de sloot in geduwd heeft. Als je dat hoort, denk je misschien: die vrouw is gek. Maar die dissonanten zijn wel nodig om dit verhaal echt te maken. Ik probeer altijd de uiterste vorm van waarachtigheid te bereiken. Daarbij houd ik mensen wel heel, maar ik ben niet per se heel lief voor ze; ik dweep niet met ze. Ook bij Anneloes ben ik streng geweest, ik heb echt veertig rondjes om dit onderwerp heen gelopen. Om het te snappen, om het te zien, om zeker te weten dat ik niet iets over het hoofd zag. Het was een a hell of a job. Tegelijkertijd: ik ben maar een verteller, hè. Ik heb dit allemaal niet meegemaakt.’

Lassche is blij dat de EO het aandurfde om deze film te maken, die de schaduwzijde van een christelijke subcultuur laat zien. ‘Ik heb zelf ook nog steeds een christelijke overtuiging, maar ik vind het heel belangrijk om dit soort verhalen te brengen. Zonder dat ik van de gereformeerde gemeenschap een kop van Jut wil maken. Want al helpt het religieuze aspect zeker niet mee, deze dingen gebeuren ook in andere geïsoleerde subculturen waar enkel mannen de macht hebben.’

Ik was een kind ging in première op het festival Movies That Matter in Den Haag en is daar nog te zien op 27 en 29 maart.

De 10 geboden: Ik was een kind

maandag 31 maart

NPO 2 22.20-23.40

de nieuwste documentairetips in je mailbox?