‘Trixie, she was a wonderful girl!’ Aan het woord is Hugh Dale-Harris: een bejaarde Canadees met hese stem, die toen de koninklijke familie tijdens de Tweede Wereldoorlog Nederland ontvluchtte in de Canadese kleuterklas het beste vriendje was van prinses Beatrix. Het is een van de vele mooie quotes in Joost van Ginkels driedelige documentaire Beatrix, die op de 87ste verjaardag van de prinses op Videoland verschijnt.
De serie volgt hetzelfde concept als Van Ginkels eerdere drieluik Prins Bernhard (2023): biografen, experts en intimi komen aan het woord, versneden met bijzonder archiefmateriaal. Gezeten in een koninklijk decor durven de sprekers ook de minder aaibare kanten van de vorstin te benoemen: hoe formeel en afstandelijk ze kon zijn bijvoorbeeld, en hoe ze de vrije partnerkeuze van haar zoon en nichtje dwarsboomde.
Toch blijf je – óók als republikein! – na deze documentaire vooral met bewondering voor Beatrix achter. Ze trad in 1980 aan op een moment dat het Nederlandse koningshuis impopulairder was dan ooit; haar ouders hadden met hun wangedrag niet alleen het instituut Oranje, maar ook het gezin zelf veel schade toegebracht. En het draagvlak voor Beatrix was flinterdun: ‘geen woning, geen kroning!’. Desondanks wist de koningin de harten van het volk te veroveren. Door soms af te stappen van het protocol, zoals toen ze op Koninginnedag 1988 spontaan Amsterdam in trok. Maar ook door na de vliegramp in de Bijlmer (1992) en de moord op Theo van Gogh (2004) de juiste toon aan te slaan en een werkelijk vredestichtende rol te vervullen.