Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Bokser van gewicht
De documentaireserie 'Muhammad Ali' is een intiem portret van de bokslegende, die ook buiten de ring veel mensen beïnvloedde. Profbokser Nasser Bukenya en zijn coach Vincent Stikkolorum bekeken de serie voor ons. ‘In de ring is iedereen gelijk.’
Het leven van bokser Cassius Marcellus Clay – die na zijn bekering tot de islam door het leven ging als Muhammad Ali – kent vele hoofdstukken: van de jonge pugilist die als een vlinder door de ring fladderde en trefzekere stoten uitdeelde tot de vijftiger die trillend – hij had de ziekte van Parkinson – de olympische vlam aanstak op de Spelen in Atlanta.
Cassius Clay werd in 1942 geboren en groeide op in Louisville, Kentucky, toen rassensegregatie in de VS nog stevig in de wet verankerd was. Aanvankelijk leek de jonge Clay een middelmatige bokser, maar hij was gedreven en leergierig. Hij ontwikkelde zich dan ook snel en in 1960 debuteerde hij als profbokser. Nog datzelfde jaar won hij een gouden medaille in het halfzwaargewicht op de Olympische Spelen in Rome. In de jaren die daarop volgden werd Muhammad Ali – hij had zich inmiddels aangesloten bij de radicale Nation of Islam – de bestbetaalde sporter van dat moment. In totaal vocht hij zo’n vijftig miljoen dollar bij elkaar.
Rumble in the Jungle
Mede dankzij zijn gevatte oneliners steeg Ali’s populariteit in de jaren zestig snel, maar een deel van het publiek vond de fotogenieke bokser een branie: een zwarte man die zich uitsprak tegen racisme en regelmatig uithaalde naar het witte establishment. Dat Ali in 1967 weigerde zijn dienstplicht in Vietnam te vervullen, werd hem door veel Amerikanen niet in dank afgenomen. Hij verloor zijn bokslicentie, moest zijn wereldtitel inleveren en zou drie jaar lang niet in de ring staan, maar het werkte in zijn voordeel dat ook in de VS de kritiek op de Vietnamoorlog toenam.
De iconische status van Ali werd definitief bevestigd door het wereldberoemde gevecht Rumble in the Jungle, dat in 1974 plaatsvond in Zaïre. In de achtste ronde versloeg hij als underdog de ongeslagen wereldkampioen in het zwaargewicht George Foreman. De wedstrijd in het hart van Afrika had ook een symbolische lading: Foreman vertegenwoordigde de hoop van de witte man – hij hing de christelijke waarden aan van het establishment –, terwijl Nation of Islam-aanhanger Ali werd gezien als representant van zwarte trots en de Derde Wereld. In totaal werd The Greatest, zoals Ali zichzelf noemde, drie keer wereldkampioen in het zwaargewicht en hij verloor slechts vijf van zijn 61 professionele gevechten.
Zelfreflectie
In de indrukwekkende documentaireserie Muhammad Ali schetst de Amerikaanse regisseur Ken Burns het bewogen leven van een vastberaden jongen die dankzij zijn fabuleuze bokstechniek en zijn uitgesproken persoonlijkheid een legende werd. De achtdelige reeks laat zien hoe hij zichzelf telkens opnieuw uitvond. Voor een zwaargewicht was Ali’s voetenwerk uitzonderlijk snel en de soepele achterwaartse bewegingen waarmee hij stoten ontweek waren eveneens weergaloos. Later in zijn bokscarrière, toen zijn reflexen achteruitgingen, schakelde hij over op een tactiek waarbij hij meer stoten incasseerde en zijn tegenstanders probeerde uit te putten.
Ook buiten de ring bleef Ali zich ontwikkelen. Zijn aanvankelijk radicale geloofsopvattingen werden milder en ook pleitte hij voor verzoening. En naarmate The Greatest in fysiek opzicht steeds verder aftakelde, nam zijn vermogen tot zelfreflectie juist toe. Zo toonde hij onder meer berouw voor de talloze keren dat hij zijn huwelijkspartners ontrouw was geweest. Daarmee liet hij volgens veel mensen – onder wie dochter Rasheda Ali, die meewerkte aan de documentaireserie – zijn ware kampioensgezicht zien. In 2016 overleed Muhammad Ali, 74 jaar oud.
Voorbeeldfunctie
Ook de huidige generatie boksers is beïnvloed door Ali, vertelt profbokser en vijfvoudig nationaal lichtzwaargewichtkampioen Nasser Bukenya (30) uit Oeganda. Zes jaar geleden kwam hij naar Nederland om hier met coach Vincent Stikkolorum (47) verder te werken aan zijn carrière. Bukenya en Stikkolorum bekeken de documentairereeks voor de VPRO Gids en vertellen op welke manier Ali hen inspireert.
Bukenya: ‘Ali’s manier van boksen, waarbij je veel om je tegenstander beweegt en supersnel en krachtig met je linkerarm stoot, is ontzettend effectief. Mooi om te zien ook, maar het vergt veel van je lichaam. Je moet bijvoorbeeld intensief trainen op flexibiliteit. Als jonge bokser kopieerde ik zijn stijl. Inmiddels behoor ik tot de top vijf van Afrikaanse boksers in de lichtzwaargewichtklasse. Muhammad Ali is niet alleen op technisch vlak interessant, als mens is hij eveneens inspirerend. Het ging bij hem niet alleen om boksen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit Rumble in the Jungle, het gevecht dat ook aan bod komt in de documentaire. Ali stond erop dat deze bokspartij in Kinshasa werd gevochten. Daarmee wilde hij een statement maken: Afrika is een continent om trots op te zijn. Het gevecht vergrootte het zelfvertrouwen van veel Afrikanen en Afro-Amerikanen, en bij jongere Afrikanen zoals ik is dat nog steeds zo. Ali was ook een verbinder, benaderbaar voor iedereen. Dat spreekt mij enorm aan. In 2010 heb ik de Nasser Junior Boxing Academy opgericht in Kampala, de hoofdstad van Oeganda. Daar leren jonge kinderen niet alleen boksen, we werken ook aan hun vorming en ze krijgen discipline bijgebracht. Toen ik jong was waren dergelijke boksscholen er niet. In Oeganda had ik geen rolmodel, terwijl iemand met een voorbeeldfunctie juist zo belangrijk is voor kinderen. Zelf geef ik boksles aan jonge kinderen in Amsterdam. Uiteindelijk wil ik een samenwerkingsproject tussen Oeganda en Nederland opzetten, ook om meer onderling begrip tussen verschillende culturen te kweken. Net als Ali vind ik namelijk dat het leven niet alleen om boksen en geld draait.’
Stikkolorum: ‘Nasser heeft zichzelf een onconventionele stijl aangeleerd, net als Ali. Hij richt zich op de essentie van het boksen: zelf niet geraakt worden en de ander juist wel raken. Hij ontwijkt vrijwel alle stoten van de tegenstander. Dit zie je vooral terug bij de jonge Ali. Overigens zijn er talloze boeken en films over Muhammad Ali gemaakt. Voor mij zijn er maar een paar die er echt toe doen, zoals de documentaire When We Were Kings en de biografie Muhammad Ali van Thomas Hauser. De serie van Ken Burns hoort ook in dit rijtje thuis. Hierin zie je Ali als persoon groeien. Hij was veel meer dan alleen een sportheld. In Burns’ documentaire zie je iemand die struikelt in zijn leven en daar later op terugkomt. Dat maakt hem menselijk, maar ook indrukwekkend. Maar goed, terug naar Nasser. Momenteel staat hij in Nederland op nummer twee. Nasser is een ontzettend goede bokser, als hij zich grondig voorbereidt, kan hij zeker aan de top komen. Daarnaast tilt hij zichzelf als mens naar een hoger niveau door zijn maatschappelijke betrokkenheid en zijn normbesef, net als Ali. Ik vind het mooi om te zien dat hij zowel in Amsterdam als in Kampala een sportheld is voor jongeren.’
Bukenya: ‘Dundee en Ali hadden een sterke band met elkaar. Terwijl anderen Ali maar eigenwijs vonden, begreep Dundee hem en wist hij het beste in hem naar boven te halen. Ik vind het ook mooi dat een witte man zo nauw samenwerkte met een zwarte bokser. In boksen is geen plaats voor discriminatie. In de ring is iedereen gelijk. Vincent ervaar ik als een van de beste trainers omdat hij mij goed leest en kan inschatten wat voor mij het beste werkt. En ook wij begrijpen elkaar op verschillende niveaus, als bokser en als mens. Net als Dundee en Ali.’