Voor haar nieuwe roman Net echt sloot Saskia De Coster zich op in een museum. ‘In mijn glazen hok keek ik door de ogen van de toeschouwers naar mijzelf.’

Een oud herenhuis in de Antwerpse wijk Borgerhout, Blauwstraat 48 om precies te zijn. Dat is de plek waar Saskia De Coster ons mee naartoe neemt in haar nieuwe roman Net echt. In dat huis wonen Max en Manon met Kim, ‘hun kleine ironische poedel’, en hier wordt ook hun dochter Noah geboren.

‘En zo zit je weer te schrijven over een gezin,’ noteert De Coster in een van de terzijdes waarmee ze het verhaal van Max en Manon doorspekt. Het zijn notities in de jij-vorm, waarin de schrijver zich blootgeeft. ‘Je blijft maar schrijven over gezinnen.’

En zo is het. Want na Wij en ik (2013) en Nachtouders (2019) is dit de derde roman op rij waarin De Coster de constellatie van een gezin onderzoekt en door elkaar schudt. In Net echt gaat het mis tussen Max en Manon, terwijl dochter Noah meer ziet dan haar ouders denken: ‘Een kind onderzoekt zijn ouders de hele tijd, als een seismograaf op zoek naar ondergrondse trillingen’.

‘Ik moest de ruis en overbodigheid eruit halen en heb heel veel tekst weggesmeten. Er is van alles gebeurd in dat museum’

Saskia De Coster

Onrijp

In de aanbiedingstekst van de uitgever noemt Saskia De Coster Net echt ‘een boek dat ik moest schrijven. Alsof het me riep.’ In 2020 werd er ook al een boek van haar aangekondigd, maar dat zou nooit verschijnen. ‘Ik vond dat verhaal zo onrijp,’ zegt ze nu, ‘dat kon ik niet de wereld in gooien.’ Dus begon ze opnieuw. Vroeger zat ze het liefst in het tuinhuisje van haar ouders te tekenen en te schrijven. Het was zo’n magische kinderplek waar je ongestoord en onbespied je gang kunt gaan. De herinnering aan dat tuinhuisje, de plek waar ze besloot dat ze schrijver zou worden, leidde tot de performance The Author Is Present, die ze samen met haar ex-geliefde Inge Jooris bedacht. Een maand lang sloot de schrijver zich op in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. In een glazen hok in de Heldenzaal stond een bed en een bureau, daar zat ze te werken aan haar boek terwijl het publiek langs schuifelde en toekeek hoe de schrijver schreef. Op 1 februari betrok ze haar glazen kooi, op 28 februari liep ze naar buiten met een voltooid manuscript onder de arm. Nu, twee maanden later, ligt Net echt in de winkel, en het is weer net zo’n ingenieuze, originele pageturner als haar vorige romans.

Mijnenveld

‘Toen ik in het museum zat, dacht ik ongeveer 75 procent van het verhaal te hebben. Ik woonde en werkte en leefde in een glazen kooi. Ik zat daar heel alleen, ik had geen enkel sociaal contact. Ik voelde mij heel zen en kon ongelofelijk focussen. De toeschouwers werden personages voor mij, zoals ik dat ook voor hen was. Ik heb daar heel veel Tinderdates gezien, maar het museum is ook een kindercrèche voor prille ouders. Het had wel iets van een antropologische studie van de mens tussen de kunstwerken. Zonder dat we elkaar spraken, was er een uitwisseling. Een gekke beweging die mij dichterbij mijzelf bracht. Op 16 februari is de puzzel in elkaar gevallen. Ik zocht naar een manier om de jij-stem van de schrijver en het verhaal van Max en Manon met elkaar te verweven. Uiteindelijk zijn die helemaal in elkaar gaan haken. Ik moest de ruis en overbodigheid eruit halen en ik heb heel veel tekst weggesmeten. Dus er is van alles gebeurd in dat museum.’

Dat verhaal is het verhaal van architect Max, die niet gelukkig is in zijn werk, en jurist Manon, die dat juist wel is. Dus zegt Max zijn baan op om thuis te blijven met dochter Noah, terwijl Manon carrière maakt bij een start-up die met behulp van satelliettechnologie lege parkeerplaatsen vindt en verhuurt. Intussen groeit Noah op tot een onzekere puber die wordt verteerd door haar verlangen naar de vrijgevochten Pixie, die haar aantrekt en afstoot. Een verhaal dus over hedendaagse relaties in al hun verschijningsvormen, een mijnenveld waarin De Coster zich graag begeeft, en waarin ze ook haar komische talent kan etaleren. Het maakt Net echt tot een heerlijke hedendaagse zedenschets. Manon werkt tijdelijk parttime en vindt dat ‘een feministisch statement’, terwijl huisman Max aan het aanrecht ‘met opeengeklemde kaken’ een pompoen in stukken hakt voor ‘een experiment met za’atar’.

‘Dat ideaal dat de literatuur voor altijd moet zijn, geldt niet meer’

Tredmolen

‘Er is veel zelfbewustzijn over relaties, het gezin, over kinderen opvoeden, over zelfhulp,’ zegt De Coster, ‘maar hoe ga je jezelf daarin verwezenlijken? De stedelijke middenklasse vind ik een heel interessante groep omdat die in crisis verkeert. Ik ken die groep ook goed, ik zit er zelf middenin. Die zoektocht naar identiteit is echt een worsteling, ook voor mijzelf. We maken onszelf belachelijk en kunnen onszelf relativeren. We leven in een heel performatieve wereld. Op sociale media laten we zien hoe relaxed we ergens zitten te zijn met onze koffie. Ik vind dat ook hilarisch. In mijn glazen hok in het museum keek ik door de ogen van de toeschouwers naar mijzelf. Als je jezelf bezig ziet, denk je: wat ben ik eigenlijk aan het doen? Sociale media zijn ook een glazen hok. Kijken en bekeken worden. Voordien zat ik ook in die tredmolen, maar na die maand in het museum heb ik die verslaving doorbroken.’

Voordat ze de lezer het huis van Max en Manon laat binnengaan, noteert de schrijver in een van haar terzijdes een opmerkelijke stelling: verbeelding bestaat niet. Verbeelding is een illusie, een leugen om het genie van de grote schrijver te bewijzen. Alles is er al. Als schrijver zaai je je ervaringen uit over het verhaal. Nee, Saskia De Coster is geen schrijver die het schrijverschap mystificeert.

Hier en nu

‘Ik vind dat idee van verbeelding iets heel ouderwets en mannelijks, het heeft iets machistisch. Ik ben het grote genie en ik heb geen idee waar die verhalen vandaan komen. Het is een wonderlijke oerknal van iets briljants, en ik heb het maar door te geven. Ik geloof oprecht niet dat er zoiets bestaat als die ongelofelijke fantasie en verbeelding. Dat is die mannelijke genieleugen. Je kunt als schrijver een monumentale roman over een historische figuur de wereld insturen en zeggen dat dat vandaag relevant is, maar misschien is het relevanter om vanuit het hier en nu te vertrekken. Ik zie dat vrouwelijke schrijvers juist vaker proberen deze tijd te vatten in een boek. Dat is natuurlijk onmogelijk, maar het gaat ook niet om eeuwigheidswaarde. Dat ideaal dat de literatuur voor altijd moet zijn, geldt niet meer. Het belang van literatuur nu is dat het een soort handleiding voor het leven biedt. Voor mij is het niet meer nodig om een roman van 600 pagina’s te schrijven. De tijd van size matters, die is voorbij.’

Saskia De Coster
Net echt

(DasMag)

de boekengids in je mailbox?