Elke week tipt de VPRO Boekengids een aantal nieuwe boeken, van Nederlandse romans tot internationale pareltjes en van klassiekers tot non-fictie en dichtbundels. Met deze week nieuwe boeken van Maarten van Riel, Agustina Bazterrica en Ferdinand von Schirach, en een klassieker van Olivia Manning.

Maarten van Riel
Het verdriet van Tilburg

Als Maarten van Riel terugverhuist naar zijn geboortestad Tilburg stoort de historicus zich aan een hiaat in zijn familiegeschiedenis. Waarom pleegde grootvader Frans in 1977 suïcide, een taboe dat tot stilzwijgen en verwijdering in de familie leidde? Bij gebrek aan zegslieden schraapt Van Riel uit archieven opkomst en ondergang van de lokale naoorlogse textielindustrie bijeen. In Het verdriet van Tilburg (Thomas Rap) destilleert hij daaruit het lot van Frans en duizenden andere Tilburgers arbeiders, in de paternalistische tang bij industriebaronnen en r.k.-clerus. Net als de Limburgse mijnstreek ging textielstad Tilburg vanaf de jaren zeventig door een dal, het herstel duurde lang. Maar Tilburg lillek? Nie maauwen gij. Ook ‘kruikenzeiker’ en Willem II-supporter Van Riel viert weer carnaval.

(Maarten van Bracht)

Agustina Bazterrica
Het boek van de nacht

Dat ze sterk is in gruweldystopieën bewees de Argentijnse Agustina Bazterrica al met het de-mens-als-slachtvee-verhaal Schitterend lichaam (2020). In Het boek van de nacht (Meridiaan) komen we in het postapocalyptische Huis van de Heilige Zusterschap terecht. Een door de moeder-overste met de zweep geregeerde religieuze krabbenmand, waar strikt gescheiden kastes (onwaardigen, uitverkorenen, Verlichten) overgeleverd zijn aan de sadistische nukken van een schimmige Hij, en van elkaar. Een van hoop verstoken hel is het, totdat de wel heel bijzondere ‘onwaardige’ Lucia arriveert en de heimelijk-dagboekvertelster zich vagelijk een voorgaand leven herinnert. Beklemmend is deze cocktail van klifi, sektegekte en dienstmaagdmisogynie beslist. Lyrisch en verleidelijk als het omslag ook. Maar alle martelingen en mutilatie vereisen wel een sterke maag.

(Dirk-Jan Arensman)

Ferdinand von Schirach
Namiddagen

Een horlogemagnaat die wordt gechanteerd met zijn dubbelleven, een vrouw die een miljoenenerfenis weigert te aanvaarden, een Amerikaanse zakenvrouw die in de ban raakt van een rockster, een huisarts die door zijn echtgenote wordt verdacht van een walgelijk misdrijf; het zijn dit soort verhalen die Ferdinand von Schirach hoort van toevallige passanten. Hij komt ze tegen in een hotellobby, bij het zwembad of op een begrafenis. Zij vertellen, hij luistert. ‘Het zijn de stille verhalen van verregende namiddagen en van zwarte nachten, en de helden hebben het spel definitief verloren.’ In Namiddagen (Arbeiderspers) verzamelde Von Schirach naast korte autobiografische schetsen weer een aantal absurde menselijke tragedies, zonder effectbejag verteld in zijn onnavolgbare, kraakheldere stijl.

(Katja de Bruin)

Olivia Manning
Het grote fortuin

Het heeft 65 jaar geduurd, maar eindelijk is Het grote fortuin (Bezige Bij) van Olivia Manning dan toch vertaald. In wat het eerste deel van een zesdelige semi-autobiografische serie zou worden, schreef Manning over de avontuurlijke oorlogsjaren van het echtpaar Guy en Harriet Pringle. Te beginnen in het Boekarest van 1939 dat filmisch tot leven wordt gewekt, tot en met de moedwillig verminkte bedelaars aan toe. Harriet, geïnspireerd op Manning zelf, is een heerlijk hoekig personage dat vergeefs probeert haar sociaal onverzadigbare echtgenoot te domesticeren. Maar het tragikomische hoogtepunt is de aan lager wal geraakte prins Jakimov, een uitvreter die zowel onuitstaanbaar als onweerstaanbaar is. Een verrassend frisse klassieker die bovendien een mooi beeld geeft van Europa op de rand van oorlog.

(Katja de Bruin)

de boekengids in je mailbox?