Onderstaande tekst verscheen eerder in de nieuwsbrief van VPRO Boekengids. Klik hier om je in te schrijven voor deze wekelijkse nieuwsbrief.
Zijn cineasten ook goede schrijvers? Vaak niet. Een verhaal in beelden omzetten blijkt een fundamenteel ander talent dan het in woorden vertellen. Ik ben een grote fan van de films van Federico Fellini, die me iedere keer weer betovert met zijn virtuoze, krachtige beelden. Maar toen ik een aantal jaren terug zijn boek Fellini on Fellini probeerde te lezen, was ik ontsteld door de kleurloze schets van zijn jeugdjaren. Hoeveel sprankelender zijn dan I vitelloni of Amarcord, waarin diezelfde jeugd in film is gegoten. Van recenter datum is Quentin Tarantino’s Cinema Speculation, een omgevallen kaartenbak met filmfeitjes, anekdotes, namen van regisseurs, acteurs en producenten. Waar Tarantino’s films voortdurend op briljante wijze ontsporen in schijnbaar willekeurige subplots en oeverloze dialogen over patat met mayonaise, werkt die vertragingstechniek op papier veel minder goed, zodat ik vaak de neiging moest onderdrukken verder te bladeren.
Ik begon dus met een lichte reserve aan De laatste droom van de Spaanse regisseur Pedro Almodóvar, dat werd aangekondigd als ‘Een gefragmenteerde, onvolledige en enigszins cryptische autobiografie’. Dat autobiografische gehalte is overigens kwestieus, want van de twaalf verzamelde verhalen in deze bundel zijn er minimaal zes evident fictief. Zelf schrijft Almodóvar in de inleiding: ‘Van kinds af aan wist ik dat ik schrijver was, ik heb altijd geschreven. Als ik van één ding zeker was, dan was het van mijn literaire roeping.’
Dat hij het metier beheerst, staat voor mij, na lezing van deze verhalenbundel, als een paal boven water. Bijzonder vermakelijk is bijvoorbeeld het zwart-satirische ‘De spiegelceremonie’, over een Transsylvaanse graaf die behoefte heeft aan bezinning en zich meldt bij een Italiaans klooster. Dat gaat goed, tot het moment dat een crucifix begint te bloeden en de graaf zich likkebaardend op het beeld stort. In de beschrijving van zo’n groteske scène zie je de filmbeelden als het ware op de pagina’s geprojecteerd. De cinema is nooit ver weg in deze bundel. In het verhaal ‘Te veel genre- en genderwisselingen’, over een innige relatie tussen een filmregisseur en een acteur, werpt Almodóvar de vraag op waar de grens ligt tussen een eerbetoon en regelrecht plagiaat. Dat is een balanceeract waar de regisseur zelf in het verleden ongetwijfeld mee geworsteld heeft. Almodóvar-adepten zullen bij dit verhaal meteen denken aan Todo sobre mi madre, het zwierige melodrama vol verwijzingen naar Tennessee Williams’ toneelstuk A Streetcar Named Desire en John Cassavetes’ film Opening Night. Maar lezers die niet zijn ingevoerd in Almodóvars films zullen genieten van de puntige formuleringen, zoals hier, wanneer acteur León wordt geïntroduceerd:
De Spaanse cineast Pedro Almodóvar schreef met 'De laatste droom' een autobiografische verhalenbundel. Al is dat autobiografische gehalte kwestieus, want van de twaalf verzamelde verhalen in deze bundel zijn er minimaal zes evident fictief.
De laatste droom bevat ook een paar recht-toe-recht-aan autobiografische stukken, die door hun onopgesmuktheid misschien nog wel dieper snijden. Zoals in het titelverhaal over de dood van zijn moeder, dat zo begint: ‘Wanneer ik naar buiten ga, het is zaterdag, zie ik dat het een zonnige dag is. De eerste zonnige dag zonder mijn moeder. Ik huil achter mijn bril, wat ik deze dag nog vele malen zal doen.’
Almodóvar beschrijft haar uitvaart in het dorp Calzada de Calatrava (‘het hele dorp was gekomen’ – de hoogste kwalificatie bij dit soort ceremonies) en het laatste gesprekje dat hij met zijn moeder voerde, staand aan haar ziekenhuisbed, toen zij ontwaakte uit een droom en informeerde of het op dat moment stormde. ‘Drie uur later overleed ze. Van alles wat ze tijdens dat laatste bezoek heeft gezegd, staat vooral die vraag over de storm in mijn geheugen gegrift. Vrijdag was een zonnige dag, en het licht filterde door het raam. Over welke storm zal mijn moeder hebben gedroomd, in haar laatste droom?’ Het is een typische, aangrijpende Almodóvar-scène, die jongen bij het bed van zijn stervende moeder. Het kan haast niet anders of we zullen die nog eens terugzien, in een van zijn komende films.
Gestorven wordt er ook in de eerstvolgende Almodóvar, die half december wordt uitgebracht. The Room Next Door, met Julianne Moore en Tilda Swinton in de hoofdrollen, is gebaseerd op het boek Wat scheelt eraan (What Are You Going Through) van de Amerikaanse schrijver Sigrid Nunez. Het gaat over een doodzieke vrouw die een studievriendin vraagt haar te helpen op een goede manier te sterven. Naastenliefde, vriendschap, zingeving, leven en dood – het zijn Almodóvars grote thema’s.
Pedro Almodóvar
De laatste droom
(Meridiaan Uitgevers)
veel gelezen
-
- Deze dertig non-fictieboeken uit 2024 wil je gelezen hebben
- Verbeelding en speelsheid heersen in de debuutroman van Safae el Khannoussi
- Drie nieuwe boekentips: James, Manon Lescaut & Nachtvrouwen
- Drie nieuwe boekentips: De burgerbaron, Vier de teugels & De gelukkigste jaren van de mensen
- Joost Oomen over zijn nieuwe roman: 'Blijkbaar moet een mens eerst aftakelen voor hij dood mag'