Een nieuw deel Tandeloze tijd? Was die befaamde cyclus niet allang beëindigd? Hoe zat het ook weer met de romanreeks(en) van A.F.Th. van der Heijden. Plus: een korte inburgeringscursus voor late instappers.

Iedere lezer kent het fenomeen: naarmate je het einde nadert van een fijn boek gaat het leestempo omlaag. Het nakende afscheid van de personages met wie je de voorbije dagen en weken hebt meegeleefd en van wie je een beetje bent gaan houden, valt zwaar. Het dichtslaan van een dierbare roman kan voelen alsof er een goede vriend of vriendin is gestorven.

Dat mag pathetisch klinken, maar wie bladert door de recensies op sites als Goodreads of Hebban stuit op menige hartenkreet in de trant van ‘ik moest huilen toen ik deze roman uit had’. Als pak ’m beet tienjarige overkwam mij hetzelfde na lezing van De brief voor de koning van Tonke Dragt. Onverdraaglijk was de gedachte dat mijn goede vriend Tiuri van de ene op de andere bladzijde uit mijn leven was verdwenen. Tot ik er een dag later in de bieb achter kwam dat Tonke Dragt een vervolg had geschreven op De brief voor de koning. Opeens kreeg mijn held een tweede leven in Geheimen van het Wilde Woud.

Je hebt lezers die telkens nieuwe werelden willen ontdekken, maar er zijn ook lezers die in hun boeken willen kunnen wonen als in hun eigen huis, met de vertrouwde meubels op hun vaste plaats. De droom van die tweede categorie lezer moet wel een immer uitdijend romanuniversum zijn, waarin de personages en locaties in grote lijnen dezelfde blijven, maar de levens van deze personages steeds gedetailleerder worden ingekleurd. Denk aan Voskuils Het Bureau, aan Vestdijks Anton Wachter-romans, of aan De tandeloze tijd van A.F.Th. van der Heijden.

Evidente kwaliteit

De schrijver was eind jaren zeventig begonnen met een roman die over de zelfkant van Amsterdam moest gaan, zo vertelt Van der Heijden in het nawoord bij het onlangs verschenen Kastanje a/d Zee. In 1980 was die roman-in-wording uitgegroeid tot een trilogie met als werktitel ‘A Working Class Hero’, naar de song van John Lennon. Het zou nog drie jaar duren voor het eerste deel van die trilogie, Vallende ouders, zou verschijnen, meteen vergezeld van een proloog, getiteld De slag om de Blauwbrug. Na de moord op Lennon had Van der Heijden besloten als overkoepelende naam voor de cyclus De tandeloze tijd te kiezen. De Amsterdamse verhaallijn over junkie Albert Egberts die tegen het decor van de krakersrellen met een schaar auto’s openbreekt, werd in deel 1 verweven met een tweede lijn over Alberts jeugd in een disfunctioneel Brabants gezin.

Hadden delen 1 en 2 (De gevarendriehoek, 1985) nog in betrekkelijke rust kunnen verschijnen, rond Advocaat van de hanen (1990) begon er een serieuze Tandeloze tijd-gekte te ontstaan. Dat had behalve met de evidente kwaliteit van de romans te maken met het feit dat dit verhaal rond advocaat Ernst Quispel opeens deel 4 heette te zijn, wat het ontbrekende derde deel een mysterieuze glans verleende. Het zou nog zes jaar duren voor dat deel 3 zou verschijnen, uiteenvallend in twee boeken: Het Hof van Barmhartigheid en Onder het plaveisel het moeras.

Hiermee was De tandeloze tijd weliswaar afgesloten, maar niet voltooid. In de jaren die volgden zou Van der Heijden nog regelmatig nieuwe delen aankondigen, ook al was hij inmiddels een nieuwe reeks begonnen: Homo duplex. Veel van die titels, die hij achterin andere uitgaven opnam in veelbelovende lijstjes met werk ‘in voorbereiding’, zijn vervolgens weer in nevelen opgelost of alsnog onder andere naam verschenen. Het lijkt er soms op alsof Van der Heijden zijn lezers met opzet zand in de ogen strooit, om zo het raadsel rond zijn beide cycli te vergroten. Zelfs liet hij personages uit zijn ene romanreeks opdraven in de andere. Je zou langzamerhand met enige fantasie kunnen spreken van één grote supercyclus.

Totaal uitgeput

Het onlangs verschenen zevende deel, Kastanje a/d Zee, noemt Van der Heijden ‘een van mijn dierbaarste teksten uit De tandeloze tijd’. Het verscheen in 2016 al in een minieme, bibliofiele oplage voor de trouwste fans. Er is wel gesuggereerd, schrijft hij in genoemd nawoord, ‘dat de auteur met deze wijze van publiceren zelfcensuur toepaste met betrekking tot de obscene, pornografische passages.’

Daarmee heeft de schrijver niks te veel gezegd. Deze roman speelt zich voor driekwart af op de studentenkamer van Marike de Swart, die Tandeloze tijd-volgers zullen herkennen als het vriendinnetje dat Albert van zijn impotentie afhielp in Vallende ouders. In dit deel seksen Albert en Marike er lustig op los. Bij voorkeur geven ze zich over aan een rituele vorm van masturbatie, die eindigt in een squirtende Marike. ‘Als Marike eenmaal aan de slag ging, wist ze van geen ophouden, in Alberts fantasieën al helemaal niet meer. Ze dreef haar lust door totdat haar lijfje weigerde nog langer mee te werken, en totaal uitgeput raakte door overgave en uitdroging.’

Beginnen de oortjes al te gloeien? Het wordt allemaal nog scabreuzer als Hans Krop zich aandient, de rivaal van Albert en in alles zijn tegendeel: Hans is afkomstig uit het rijke deel van Geldrop en is zelfverzekerd, groot, mannelijk én potent. Alberts latente jaloezie stijgt tot grote hoogten als Marike na een avond in de disco verliefde gevoelens blijkt te hebben voor deze bink. Om voor eens en altijd van zijn ‘minnenijd’ te genezen, stelt Albert voor een trio te arrangeren met Hans.

Jaloezie, standsverschillen, angst voor én ontembaar verlangen naar seks, schaamte, schuld – het zijn vertrouwde thema’s voor Tandeloze tijd-lezers. De roman is gebouwd rond een handvol sleutelscènes, die tot in extremis worden opgerekt. Met gebruik van een paar steeds terugkerende beelden (de lekkende hars van de paardenkastanje) weeft de schrijver een web, rijk aan betekenissen. Dat is het schrijven ‘in de breedte’ waar Van der Heijden patent op heeft.

Minder kenmerkend is de relatief bescheiden omvang van Kastanje a/d Zee. Met 240 bladzijden is dat naar Van der Heijden-maatstaven een zeer kort verhaal. Je hebt het dus in no time uit, dit zevende deel, maar geen nood, de roman vermeldt voorin dat deel 9, De IJzeren Man, in voorbereiding is. Voorlopig zijn we nog niet van Albert Egberts af.

A.F.Th. van der Heijden

Kastanje a/d Zee — De tandeloze tijd 7

(Uitgeverij Querido)

Beginnerscursus De tandeloze tijd

Wie?
Protagonist is Albert Egberts, geboren in 1950, een jaar eerder dan zijn schepper. Eenmaal woonachtig in Amsterdam neemt Alberts leven, tijdens een sneeuwnacht in september, een noodlottige wending, waarna hij zich ontwikkelt tot heroïnejunk. Van der Heijden introduceert daarnaast tientallen nevenfiguren, die allemaal rond Egberts cirkelen, onder wie zijn jeugdvrienden Flix en Thjum en de schrijver Patrick Gossaert. Die laatste debuteert, net als Van der Heijden, onder het pseudoniem Patrizio Canaponi.

Waar?
De jeugd van Albert speelt zich af in Geldrop, zijn studentenjaren in Nijmegen. Daarna is het decor vooral Amsterdams, met uitstapjes naar Napels en Sicilië.

Wanneer?
De romancyclus vangt aan in 1950 en loopt tot 2008 (Kwaadschiks, deel 6). De roman Stemvorken (deel 8) speelt in 1997 maar wordt twintig jaar later verteld.

Hoeveel delen?
De reeks telt tot op heden acht delen, uiteenvallend in negen boeken. Daarnaast verschenen er een proloog, een intermezzo (Weerborstels, tevens het Boekenweekgeschenk van 1992), en enkele bibliofiele edities. Uit hoeveel delen de volledige reeks zal bestaan, is onbekend, vermoedelijk ook voor de auteur.

Verfilmingen
Twee van de acht Tandeloze tijd-delen zijn verfilmd: Advocaat van de hanen in 1996 en De helleveeg in 2016.

How to bluff your way into AFTh?
Nog nooit iets van Van der Heijden gelezen, maar je wil toch aan het gesprek deelnemen? Zeg: ‘Ik lees Van der Heijden vooral om zijn gedurfde metaforiek.’

de boekengids in je mailbox?