De nieuwe roman van Kees ’t Hart is een pruttelend mysterie dat zich afspeelt in de wereld van warenhuizen. Vandaag vertelt hij erover VPRO Boeken. 

In een interview met de Volkskrant (2019) haalde schrijver en literair criticus Kees ‘t Hart (1944) de Britse auteur Robert Graves aan, die twee schrijfstijlen onderscheidt: ‘Aan de ene kant de stijl van de koning: rechtlijnige verhalen over koningen die aantreden, aftreden, opgevolgd worden, enzovoorts. Maar er is ook de stijl van de witte godin, waarbij je je druïden moet voorstellen die bij elkaar zitten rond een kampvuur en fluisterend hun godin aanbidden. Dat is een pruttelende stijl, veel mysterieuzer dan de stijl van de koning.’ Een pruttelend mysterie, zo zou je de nieuwe roman van Kees ‘t Hart, De rode olifant, wel kunnen noemen. Pruttelend over nogal een niche, dat ook: de retailindustrie. Meer specifiek: het warenhuiswezen.

Je moet er zin in hebben, ook als lezer. In het boek krijgt het hoofdpersonage, een consultant ‘op het gebied van winkel- en warenhuismanagement’, de opdracht om de opzet van een warenhuismuseum in Den Haag te onderzoeken. Gedroomde locatie is De rode olifant, een karakteristiek, rood gebaksteend kantoorpand nabij het Malieveld. Opdrachtgever is de raadselachtige heer Fritzen.

Ondanks een milde weerzin jegens musea dompelt de consultant zich onder in de klus. Hij reist af naar Parijs en Minneapolis, waar hij inspiratie opdoet op respectievelijk een internationale auto-expositie en bij een proefopstelling van een warenhuismuseum in de geest van Andy Warhol, die zich eveneens bezighield met de relatie tussen warenhuizen en musea. Dan is er ook nog Anna, de uit het oog verloren jeugdvriendin van de ik-figuur, met wie hij opnieuw in contact raakt. Zij heeft intussen internationaal carrière gemaakt in de ‘chiquere standbouw’.

Voor wie zich afvraagt: waar gaat dit allemaal naartoe? In elk geval naar een rechtszaak, zo daagt het tussen de breedlopige bespiegelingen op de warenhuiswereld – inclusief ‘nomadische klantreizen’ en een lofzang op Emile Zola’s warenhuisroman Au Bonheurs des Dames – door. Dat er iets tragisch is misgegaan tijdens de queeste van de ik-verteller, blijkt uit het feit dat hij zijn verhaal doet in de vorm van een verslag aan zijn advocaat. Waarin hij er dan weer van droomt een romancier te zijn. 

Zoals vaker etaleert ‘t Hart op luchtige wijze een liefde voor zaken waarover het gemakkelijk schamperen is. Zo verscheen in 2022 het pamflet Pleidooi voor pulp, over bouquetreeksromans. Een lofwaardige literaire onderneming, want zoals het gaat met liefdes in de marge: ze vergen extra toewijding en doorzettingsvermogen. Op zondag 2 maart is ‘t Hart te gast in VPRO Boeken, samen met schrijver, dichter en filosoof Lieke Marsman. 

de boekengids in je mailbox?