Het is alweer meer dan een jaar geleden dat Poor Things (2023) van regisseur Yorgos Lanthimos werd bekroond met vier Oscars, waaronder een zeer terechte voor hoofdrolspeler Emma Stone (bovendien werd Poor Things door de bezoekers van VPRO Cinema verkozen tot de beste film van 2024). En naar verluidt hebben verfilmingen doorgaans maar een beperkt effect op de verkoopcijfers van de corresponderende boeken, helaas. Maar evengoed: voor iedereen die van die briljant krankzinnige film genoot is het verschijnen van de Nederlandse vertaling Arm ding (vertaler Robbert-Jan Henkes) een uitstekende aanleiding om alsnog kennis te maken met de gelijknamige roman uit 1992, én met de schrijver ervan, de Schot Alasdair Gray (1934-2019). Zoals ze dat in de VS vorig jaar al deden, getuige krantenkoppen als die in The New York Times: ‘“Poor Things”, the Weird Movie, Was a Weird Novel First.’ Klopt als een bus.
Gray bedacht het verhaal van Bella Baxter, die anno 1881 is geschapen door chirurg/mad scientist Godwin ‘God’ Baxter, toen deze een verdronken zwangere vrouw vlug uit het water viste en de hersens van haar ongeboren kind in haar schedel plantte. Een betoverende dame met de nieuwsgierige geest van een kind, die in razend tempo de wereld ontdekt; daarbij ademloos en – wanneer ze met ándere mannen de geneugten van ‘huwen’ (d.w.z. seks) verkent – groen van jaloezie gadegeslagen door de assistent van God(win), Archibald McCandless, tevens Bella’s verloofde.
Om het verslag van laatstgenoemde bouwde ‘tekstbezorger’ Gray een werkelijk meesterlijk boek. Een meeslepend eerbetoon aan klassiekers als Mary Shelleys Frankenstein (1818) en George Bernard Shaws Pygmalion (1912), en een hilarische afrekening met de Victoriaanse literatuur én maatschappij tegelijk; minstens even eigenzinnig, maar vele malen ingenieuzer en gelaagder dan Lanthimos’ versie op het witte doek. Daarover later meer.