Lean on Pete gaat over een vijftienjarige jongen die niemand heeft op de wereld, behalve een oud, afgedankt racepaard. Dat klinkt als de plot van een sentimentele familiefilm van Walt Disney, maar in de handen van de Britse regisseur Andrew Haigh wordt zoiets een heel ander verhaal.
We kennen Haigh vooral van twee films: Weekend (2011) en 45 Years (2015). De eerste gaat over een stormachtige weekendromance tussen twee mannen. Nummer twee, die actrice Charlotte Rampling haar eerste Oscarnominatie zou opleveren, over een 45 jaar getrouwd stel, van wie de vrouw vlak voor het grote familiefeest ontdekt dat hij misschien wel nooit van haar gehouden heeft.
Het zijn kleine, intieme films, maar wel met grote emotionele impact omdat Haigh de kijker getuige laat zijn van een handvol ingrijpende gebeurtenissen uit de levens van zijn personages, zonder ons voor te schrijven wat we daarbij moeten voelen.
Datzelfde geldt ook voor Lean on Pete, gebaseerd op de gelijknamige roman van Willy Vlautin. Charley is een vijftienjarige jongen uit het noordwesten van Amerika van wie de moeder al lang geleden vertrokken is en de vader eigenlijk zelf nog een kind is. Even lijkt het alsof renpaardeigenaar Del zich over Charley zal ontfermen, maar wanneer ook dat misloopt, staat Charley er helemaal alleen voor. Zijn enige troost is Dels oude renpaard Lean on Pete. En Charley begint samen met Lean on Pete aan een tocht dwars door Amerika, op zoek naar verbinding en geborgenheid.
Lean on Pete ging op het afgelopen festival van Venetië in première, waar we spraken met regisseur Andrew Haigh.
Waarom is het Amerikaanse landschap zo aantrekkelijk voor Europese filmmakers?
Haigh: ‘Omdat alles bij ons, vooral in Engeland, zo veel kleiner is. Er schuilt hoop en vrijheid in die uitgestrektheid. En ook iets melancholieks. Ik heb in mijn leven veel gereisd en voel me in het Amerikaanse landschap vaak alleen en geïsoleerd. Wat ik niet per se een vervelend gevoel vind.’
Ik begrijp dat u voordat de opnamen van Lean on Pete begonnen eerst door Amerika gereisd heeft.
‘Ik ben in drie maanden naar alle plekken in het boek gereden. Naar dezelfde gehuchten en dezelfde motels. Het landschap is prachtig, maar verandert ook snel. Net als de bewoners. Op vijf uur rijden van Portland, Oregon kwam ik mensen tegen die hun dorp vrijwel nooit verlaten. Misschien één keer per jaar naar Portland. Daar heerst dan ook gelijk een heel andere sfeer.’