Na 23 jaar is er een vervolg op Chicken Run, de succesvolste stop-motionanimatiefilm ooit. Wat maakt de ambachtelijke slapstick van de Britse studio Aardman Animations zo geliefd bij jong én oud?

In 1982 besloot Nick Park, een introverte student aan een Britse filmschool, als afstudeerproject een kleianimatiefilm te maken: A Grand Day Out with Wallace and Gromit. Het verhaal ging over een klunzige uitvinder (losjes gebaseerd op Parks vader, een compulsieve knutselaar) en diens slimme hond, die samen naar de maan reizen. Op basis van het voltooide script berekende Park dat de film zo’n veertig minuten zou duren. Pas toen de opnames begonnen en hij op goede dagen hooguit twee seconden bewegend beeld bleek te produceren, begon hij zich achter de oren te krabben: dit project kon weleens tien jaar in beslag gaan nemen.

Park had de techniek van het animeren als puber geleerd van zijn vader, een fotograaf. Zijn eerste filmpersonages maakte hij van stukken vilt die zijn moeder overhield van haar werk als naaister. Als liefhebber van slapstickstellen als Laurel & Hardy en Tom & Jerry verzon de jonge Nick al verhaaltjes rond komische duo’s.

Na drie jaar ploeteren had Park nog geen kwart van zijn film voltooid, dus kon hij niet afstuderen. Daarom bleef hij maar colleges volgen. Zo was er op een dag een gastles van twee jonge filmmakers uit Bristol, Peter Lord en David Sproxton, die samen de kleinschalige studio Aardman Animations hadden opgericht. (De bedrijfsnaam was vernoemd naar een personage uit hun eerste filmpje: een knullige kruising tussen Superman en een aardvarken.) Aardman bestond toen een jaar of tien en produceerde vooral reclames en kinderfilmpjes voor de BBC. Toen Park beschroomd vroeg of Lord en Sproxton eens naar zijn project wilden kijken, raakten ze zo onder de indruk dat ze hem per direct een baan aanboden.

Bij Aardman ging Park aan de slag met verschillende stop-motionprojecten, zoals de videoclip bij het Peter Gabriel-nummer Sledgehammer en het komische filmpje Creature Comforts. Tussen de bedrijven door wist hij zijn Wallace and Gromit-film te voltooien – flink ingekort, dat wel. A Grand Day Out verscheen dan eindelijk in 1989 en werd prompt genomineerd voor een Oscar. Mooie speling van het lot: die Oscar werd niet verzilverd, maar Park won er dat jaar toch nog een, voor het eveneens genomineerde Creature Comforts.

Spielberg

Met die eerste hits op zak waren Aardman en Nick Park in één klap gevestigde namen. En het succes hield aan: in de jaren negentig maakte Park nog twee korte Wallace and Gromit-films, die nu wel allebei een Oscar wonnen. Dat bleef uiteraard niet onopgemerkt in Hollywood. In 1997 maakte Aardman bekend dat DreamWorks Animation, de studio van Steven Spielberg, een vermogen zou investeren in meerdere lange stop-motionfilms. Het eerste resultaat, Chicken Run, verscheen in 2000, werd alom bejubeld en staat nog steeds bekend als de lucratiefste stop-motionfilm ooit.

De samenwerking tussen Aardman en DreamWorks verliep intussen behoorlijk stroef. De Amerikanen snapten niet dat de Britten pertinent in Bristol wilden blijven werken, en wilden ook graag inhoudelijk meedenken. Konden sommige grapjes en verwijzingen niet nét wat minder Brits? Nadat Wallace and Gromit and the Curse of the Were-Rabbit (2005) flopte in de VS, concludeerden beide partijen dat de cultuurverschillen misschien te groot waren.

Onder de vlag van DreamWorks verscheen in 2006 nog één Aardman-titel: de computeranimatiefilm Flushed Away. Vijf jaar later volgde nog zo’n digitale productie, Arthur Christmas, waarvoor de basis was gelegd in de DreamWorks-tijd. Leuke films, maar zonder de ambachtelijke twist wel wat gewoontjes – een conclusie die de studio zelf vermoedelijk ook trok, want sindsdien zijn alle lange films weer met de hand gemaakt: The Pirates, Early Man, twee Shaun the Sheep-films (en een serie met al ruim tweehonderd afleveringen). Het wachten is nu op de vervolgfilm Chicken Run: Dawn of the Nugget, vanaf 15 december te zien op Netflix.

Het is liefdewerk dat obsessieve aandacht vereist, op alle fronten

Chicken Run (2000)

Truttigheid

Hoewel er genoeg studio’s zijn die financieel beter scoren, is het kritische succes van Aardman buitengewoon – zie het aantal gewonnen prijzen en de hoge cijfers op sites als Metacritic en Rotten Tomatoes. Wat is precies het geheim? Misschien toch vooral die hardnekkige Britsheid. De weigering om mee te draaien in de Hollywoodmachine en af te wijken van het eigen bedaarde tempo. De perfecte mix ook van absurdisme en truttigheid; van slapstick en een stiff upper lip. En een toon die kindvriendelijk is, maar zelden kinderáchtig.

Uiteraard is Aardman enorm gegroeid sinds de oprichting een halve eeuw geleden. Er wordt inmiddels gewerkt op tientallen sets tegelijk, wat een indrukwekkende output oplevert. Maar wie de mannen van het eerste uur nu hoort praten, krijgt de indruk dat er in de basis maar weinig is veranderd. Zoals ze zelf regelmatig benadrukken: niemand maakt stop-motionfilms om rijk te worden. Het is liefdewerk dat obsessieve aandacht vereist, op alle fronten. Omdat het filmen zo lang duurt, moet er eerst een doortimmerd scenario liggen, en moet er heel precies worden geacteerd. Stemmen inspreken voor een Aardmanfilm schijnt een ramp te zijn: een enkel kreuntje moet soms wel zeventig keer over. Toch staan de acteurs ervoor in de rij.

Oer-Britse films dus, maar qua humor en emoties toch ook heel universeel. Zeker als er niet wordt gesproken, zoals het goede slapstick eigenlijk betaamt. Wat dat betreft is bijvoorbeeld Shaun the Sheep Movie (2015) echt een prestatie: anderhalf uur geblaat en gegrom dat wereldwijd, door jong en oud, wordt begrepen en omarmd. Filmmaken op topniveau.

elke vrijdag