Speelgoed, spelletjes, auto’s, gadgets, kleding, etenswaren: rond elk product lijkt Hollywood de laatste jaren wel een film te kunnen verzinnen, zolang er maar een populair merk aan vastzit. Een ‘merkfilm’ kan alle mogelijke vormen aannemen, van actie of komedie tot biografisch drama, maar laat zich altijd min of meer samenvatten in de vorm van een herkenbaar logo. Om wat titels uit 2023 te noemen: Barbie, Air, Tetris, Blackberry, Flamin’ Hot, Dungeons & Dragons, The Super Mario Bros Movie.
Puur een kwestie van op hol geslagen marketing? Niet per se: de ene merkfilm is de andere niet. Een alom verguisde productie als The Emoji Movie (2017) is inderdaad weinig meer dan een lange advertentie voor allerlei populaire apps. Maar daartegenover staat bijvoorbeeld The Founder (2016), een scherpe satire over het ontstaan van McDonald’s, waarmee de fastfoodketen onmogelijk blij kan zijn geweest.
De meeste merkfilms zitten ergens tussen die twee uitersten in. Neem Barbie, de bestbezochte film van het afgelopen jaar: een tamelijk bizarre mix van lofzang, kritiek en reflectie op de iconische pop. Mattel, het speelgoedbedrijf dat de film produceerde, nam nogal een risico door de uitgesproken indieregisseur Greta Gerwig op het merk los te laten. Maar de gok pakte verrassend goed uit. Omdat de film zoveel lagen bevat, wordt niet alleen de directe doelgroep aangesproken, maar eigenlijk iedereen, tot Barbie-haters aan toe. Kassa dus.