Het overkomt ons allemaal weleens. Je bezoekt een voorstelling en merkt na de eerste scènes dat je er geen bal aan vindt. De meesten van ons zullen in zo’n situatie uit beleefdheid stilletjes het stuk uitzitten, of rustig de zaal verlaten. Zo niet Yannick. Yannick heeft lak aan ongeschreven gedragsregels. De jonge, eenzame parkeerwachter heeft speciaal vrij genomen en is helemaal naar Parijs gekomen voor de voorstelling. Maar halverwege het kluchtige toneelstuk staat hij gefrustreerd op uit zijn stoel, onderbreekt luidruchtig de voorstelling, en begint te oreren over hoe slecht de acteurs spelen en dat hij waar wil voor zijn geld.
Met dat originele uitgangspunt begint Yannick, de nieuwe komedie van Quentin Dupieux (Mandibules, Deerskin). Al dekt komedie niet volledig de lading van wat zich ontvouwt in de slechts 67 minuten durende film: kenners van Dupieux’ werk weten dat de Fransman vaak verrassend uit de hoek kan komen. Zonder al te veel weg te geven: nadat Yannick (Raphaël Quenard) is uitgeraasd, wordt hij weggestuurd uit de zaal. Om niet veel later terug te keren met een wapen.