Ze staan nog steeds trots op de posters en in de credits, maar vrijwel geen enkele grote, klassieke Hollywoodstudio is nog eigen baas. Ze zijn allemaal onderdeel geworden van een veel groter geheel. Columbia is eigendom van Sony, Paramount van ViacomCBS, en Warner van AT&T. Alleen Disney is nog van Disney.
Voordeel van zo’n grote broer is dat studio’s minder kwetsbaar zijn, dankzij de enorme financiële reserves. Nadeel is dat de grote broer altijd meekijkt, en ingrijpt wanneer een studio niet presteert. Want ook met films moet geld verdiend worden.
Maar film is geen product dat je keer op keer kunt reproduceren. En hoe wispelturig en onvoorspelbaar de filmwereld is, wordt prachtig beschreven in het boek Final Cut – Art, Money, and Ego in the Making of Heaven’s Gate, the Film That Sank United Artists uit 1985. Daarin kijkt Steven Bach – die eind jaren zeventig met David Field verantwoordelijk was voor de filmproductie van United Artists – terug op de allereerste film die ze samen produceerden: de inmiddels historische filmflop Heaven’s Gate (1980) van Michael Cimino, ‘de deal die het bedrijf zou verwoesten’.