‘Je was mijn grote, allesverzengende liefde. Ik heb nergens spijt van,’ zegt Tim Laughlin (Jonathan Bailey) in de laatste aflevering van dramaserie Fellow Travelers tegen Hawkins ‘Hawk’ Fuller (Matt Bomer). Voor iedere andere serie zou het bovenstaande waarschijnlijk een spoiler zijn, maar in dit achtdelige drama is de liefde tussen de twee mannen al in de eerste aflevering overduidelijk, vanaf de seconde dat ze elkaar ontmoeten op een verkiezingsfeestje in Washington D.C. in 1952.
Hawk is een onweerstaanbaar charmante en invloedrijke medewerker van Binnenlandse Zaken. Hij is een held uit de Tweede Wereldoorlog, wat hem onaantastbaar maakt in de hoofdstad. Tim, daarentegen, is een naïeve nieuwkomer, die in bittere ernst een glas melk bestelt op een feestje. En die worstelt met de botsing tussen zijn diepgevoelde geloof en zijn seksuele geaardheid. Het zijn twee totaal verschillende wezens, die vanaf het moment dat hun ogen elkaar treffen aan de bar niet met, maar ook niet zonder elkaar kunnen leven.
Fellow Travelers, gebaseerd op de gelijknamige roman van Thomas Mallon en naar het kleine scherm gehaald door scenarist Ron Nyswaner (Philadelphia), volgt hun liefdesverhaal gedurende meerdere decennia. Beginnend in de jaren vijftig, het tijdperk van het mccarthyisme waarin senator Joseph McCarthy jacht maakte op alles wat communistisch was in Washington D.C.. Minder bekend is dat onder zijn schrikbewind ook overheidswerknemers bij wie een andere dan heteroseksuele geaardheid werd vermoed, werden onderworpen aan vreselijk vernederende, mensonterende verhoren. Het dwingt Hawk en Tim diep in de kast en maakt een functionerende relatie tussen de twee onmogelijk.