Omdat het wel eens de laatste films zouden kunnen zijn van William Friedkin, Roman Polanski en Woody Allen, en ook omdat ik een beetje benieuwd was hoe goed de films van die twee laatste, omstreden filmmakers bezocht zouden worden, heb ik in Venetië ook The Caine Mutiny Court-Martial (Friedkin), The Palace (Polanski) en Coup de chance (Allen) gezien.
The Caine Mutiny Court-Martial is zeker Friedkins laatste film, want de regisseur van oa The Exorcist en The French Connection is begin augustus overleden. Friedkin hoeft zich niet te schamen voor zijn zwanenzang, maar veel meer dan een degelijk rechtbankdrama is het niet. Meer voor tv dan voor de cinema.
Polanski moet zich wel schamen. Sowieso, maar ook voor de platte, ongrappige komedie The Palace. Die zo slecht is dat het onbegrijpelijk is dat de briljante maker van onder meer Repulsion, Rosemary’s Baby en Chinatown zich voor deze ongein heeft geleend. Polanski is inmiddels 90 en de kans dat hij na deze ‘stinker’ nog een film mag maken lijkt me klein. De zaal zat overigens stampvol.
Net als bij Woody Allens Coup de chance, een soepele, fijn-vileine film over een jonge vrouw die vreemdgaat met een oud-klasgenoot, wat haar puissant rijke man niet zomaar over zijn kant kan laten gaan.
Van bovenstaande drie is die van Allen de beste, maar wellicht ook zijn laatste film, want de nu 87-jarige regisseur heeft steeds meer moeite met het vinden van financiering voor zijn films. Vanwege de vermeende incest met zijn dochter. Daar is van alles over te melden, en heb ik al eerder gedaan, dus dat doe ik nu niet meer.
Het is overigens prima dat er tijdens dit festival afscheid genomen kon worden van deze drie giganten uit de cinema, zodat we eindelijk hun bladzijde kunnen omslaan en vooruitkijken naar de toekomst.