Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Vive la révolution jaune!
Elke aflevering van In Europa: De geschiedenis op heterdaad betrapt wordt in de VPRO Gids geflankeerd door een interview met een ooggetuige van de recente geschiedenis. Bij aflevering 4 is dat David Dufresne, een Franse journalist die politiegeweld tegen gele hesjes aan de kaak stelde. ‘De gevestigde media schurken te dicht tegen de macht aan.’
‘De politie oefent een legitieme vorm van geweld uit,’ zei de Franse minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin in juli. Hij verwees daarmee naar de Duitse socioloog Max Weber (1864-1920), maar werd meteen al door verschillende Weberkenners gecorrigeerd. Darmanin had Weber niet goed begrepen, zeiden ze: geweld is niet automatisch gelegitimeerd als het wordt uitgeoefend door de politie.
Dat is ook de visie van journalist David Dufresne (1968), die een documentaire maakte over het politiegeweld tegen de gele hesjes. Un pays qui se tient sage draait sinds begin oktober in de Franse bioscopen en trok sindsdien al ruim honderdduizend bezoekers. ‘Dat betekent dat er veel mensen zijn die hierover na willen denken,’ zegt Dufresne – die herstellende is van corona en regelmatig snift, kucht en hoest – via Skype vanuit Parijs. Hij is blij met succes van zijn film, waarin hij verschillende experts opvoert, maar ook gele hesjes aan het woord laat die een oog of een hand verloren tijdens een gewelddadig politieoptreden.
Dufresne oogstte in Frankrijk veel bewondering vanwege de onvermoeibare wijze waarop hij elk geweldsincident factcheckte en op Twitter publiceerde in zijn project Allo Place Beauvau (Place Beauvau is de bijnaam van het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken, dat zich aan het gelijknamige plein bevindt). Zo wist hij het thema politiegeweld op de kaart te zetten, buiten de traditionele media om. Hij won er de Grand Prix du Journalisme 2019 mee en schreef in datzelfde jaar een roman over zijn ervaringen, Dernière sommation.
Lange tijd was Dufresne werkzaam bij de krant Libération. Inmiddels gelooft hij niet meer in de gevestigde media. ‘Ze schurken zo dicht tegen de macht aan dat ze geen werkelijk tegenwicht kunnen bieden. Journalisten komen uit dezelfde sociale categorie als politici. En de journalisten die gespecialiseerd zijn in het onderwerp politie staan veel te dicht bij hun bronnen. Ze bedrijven geen onderzoeksjournalistiek en willen zichzelf absoluut niet in diskrediet brengen bij de politie. Daarom heeft het zo lang geduurd voordat de mainstreammedia dit oppikten.’
Dufresne: ‘Oorspronkelijk gingen de protesten van de gele hesjes over de benzineprijs. Een onderwerp dat de linkse elite niet bijzonder veel interesseert, maar het verbaast me dat links zo’n slecht geheugen heeft. Elke revolte of revolutie begint met zoiets. In Chili ging het oorspronkelijk over de prijs van het metrokaartje. Inmiddels hebben ze hun grondwet veranderd. Zo gaat het altijd. En ja, de gele hesjes zijn qua politieke kleur een afspiegeling van de Franse samenleving, dus daar zit twintig à dertig procent Le Pen-stemmers bij, maar dat is nog geen reden je neus op te halen voor de beweging.’
De meeste gele hesjes waren afkomstig uit la France périphérique: het onzichtbare Frankrijk, dat van de armste arbeiders, woonachtig in de (voormalige) industriestadjes op het platteland. De wereld die de jonge schrijver Édouard Louis, zelf afkomstig uit zo’n milieu, beschreef in zijn spraakmakende debuutroman En finir avec Eddy Bellegueule (2014).
Voor Dufresne was deze wereld niet nieuw. ‘In 2018 heb ik een boek geschreven over Jacques Brel, en dat was eigenlijk een excuus om la France périphérique te bekijken. Ik heb toen al de mensen ontmoet die later de gele hesjes zouden aantrekken. Toen de gele hesjes de straat op gingen voelde ik dus niet die terughoudendheid die een groot deel van de Parijse pers en de intellectuelen ervoeren.’
Soms was zijn identificatie opmerkelijk groot. Zo barstte Dufresne eens in snikken uit tijdens een tv-optreden over de gele hesjes. Slaapgebrek, zei hij, zich verontschuldigend. En te veel narigheid gezien.
Denkt u dat sociale media geschikter zijn dan de oude media om een probleem als dit aan de orde te stellen?
‘In mijn film noemt Michel Forst, VN-rapporteur over de situatie van mensenrechtenactivisten, het een revolutie: burgerjournalistiek via mobiele telefoons. En inderdaad, het feit dat mensen nu beelden kunnen filmen en verspreiden via sociale media, dat heeft alles veranderd. De politie beseft: ze kunnen niet meer in volledig straffeloos optreden, want ze worden gefilmd. En het is de ongefilterde werkelijkheid – ook dat is een verschil met televisie. Er zijn mensen die na een screening van mijn documentaire tegen me zeggen: ik had nog nooit een afgerukte hand gezien. Want zoiets wordt op televisie geblurd. Dus ten eerste duurde het maanden voordat de media überhaupt over het politiegeweld gingen berichten en vervolgens was het nog altijd niet de rauwe werkelijkheid. Daar ligt inderdaad voor sociale media, ondanks alle nadelen die er ook aan verbonden zijn, een belangrijke taak.’
In 2019 wilde de Franse regering nog niet praten over ‘politiegeweld’. Zoiets bestond niet in de rechtstaat, zei Macron. In 2020 is daar, mede dankzij uw project Allo Place Beauvau, verandering in gekomen. Het onderwerp lijkt nu op de kaart te staan.
‘Het is iets complexer, helaas. Tot een paar weken geleden leken we eindelijk in de buurt te komen van een open debat over het politiegeweld. De politiek begon te erkennen dat er misschien een probleem was, en een krant als Le Monde begon het woord “politiegeweld” eindelijk zonder aanhalingstekens te schrijven. Dat was heel wat, want dat deden ze voor die tijd niet. Dus ja, er zat beweging in. En dit hadden we in Frankrijk al bereikt voordat de wereld getuige werd van de moord op George Floyd in de VS, waardoor het onderwerp plotseling wereldwijd aandacht kreeg.
Maar de laatste weken is de wind in Frankrijk weer helemaal gedraaid. Met alles wat er gebeurd is rond de onthoofding van leraar Samuel Paty vallen we weer terug op de argumentatie van voorheen. De redeneertrant van: je moet de politie niet bekritiseren, want de politie is essentieel, zij is de laatste verdedigingslinie van de republiek, enzovoort. Dus ja, het onderwerp staat op de kaart, maar actuele kwesties als coronamaatregelen en discussies over antiterrorisme leggen het debat weer lam.’
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Was het politiegeweld tegen de gele hesjes een bewuste strategie van de regering? Want u hebt ook vaak de aandacht gevestigd op een ander probleem: dat er tijdens de demonstraties van de gele hesjes grote groepen politiemensen zijn ingezet die helemaal niet getraind waren voor ordehandhaving.
‘Inderdaad, met als gevolg dat sommige van die politiemensen onprofessioneel handelden. Het een sluit het ander niet uit. Helaas worden tegenwoordig vaak politiemensen voor ordehandhaving ingezet die daartoe niet zijn uitgerust en er ook niet voor opgeleid zijn. En tegelijkertijd hanteert de politiek een soort militair discours. Het is een mengeling. Als je de troepen vermengt, verschillende soorten politiemensen naast elkaar gaat inzetten, dan wordt het op zeker ogenblik een nieuw systeem. Ik was oorspronkelijk niet van plan om wat dan ook te bewijzen, ik wilde alleen losse gevallen van politiegeweld in beeld te brengen.
Maar als je 900 gevallen gezien hebt, begrijpt iedereen wel dat het geen toeval is, maar dat er iets systematisch aan de hand is. En dan is de vraag: hoe ver gaat dat systeem, in hoeverre is er over nagedacht en is de regering er transparant over? Dat zijn lastige vragen. De historici en sociologen van de toekomst zullen het ons kunnen vertellen als ze toegang krijgen tot bepaalde documenten.
Feit is: de afgelopen vijftig jaar is er in Frankrijk geen beweging zo hardhandig onderdrukt als die van de gele hesjes. We zijn van ordehandhaving beland in iets anders, namelijk repressie. Althans, zo zie ik dat. U misschien niet, maar er moet een debat over gevoerd worden. En dan denk ik aan de woorden van Macron, die in maart 2019 zei: “Praat niet over repressie of politiegeweld, want die woorden zijn onacceptabel in een rechtstaat.” Hij wil dus de wapens kiezen die de politie gebruikt, evenals de woorden die we hanteren om erover te praten. Dan denk ik: nee, die woorden worden pas onacceptabel in een land dat niet meer democratisch is. Alle woorden zijn acceptabel en we moeten kunnen discussiëren, op voet van gelijkheid. Want een republikeinse politie staat in dienst van het volk, niet van de regering.’
De gele hesjes en de revolutie
In ‘De gele hesjes en de revolutie’, aflevering 4 van In Europa: De geschiedenis op heterdaad betrapt, keren we terug naar november 2018. Toen organiseerden de gele hesjes voor het eerst een protestactie in Frankrijk. In maart van dit jaar moesten de demonstraties stoppen vanwege de coronarestricties, maar wat dreef hen om elke zaterdag de straat op te gaan? In deze aflevering ontmoeten we enkele gele hesjes uit de Noord-Franse stad Amiens. Patrick verloor eerst zijn vingers in een persmachine, daarna raakte hij ook zijn baan kwijt toen de fabriek naar Polen verkaste. Melanie werd tijdens een demonstratie bewusteloos geslagen door een politieagent. Amandine is een energieke jonge vrouw die politiek bewust werd dankzij de beweging. Eindelijk voelt ze zich weer met anderen verbonden. Sandrine en Michel, een echtpaar, zijn het niet met elkaar eens over het antwoord op de vraag of het Élysée in brand steken de revolutie dichterbij brengt.
In Europa: De geschiedenis op heterdaad betrapt
NPO 2, zondag 22.10-23.00 uur