Marijke Schermer
In het oog
‘Ik voelde me nergens zo fijn als met het kijkglas tussen mij en de dingen.’ Als de introverte bioloog Nicola uit Marijke Schermers nieuwe roman In het oog (Van Oorschot) tegelijkertijd wordt verlaten door haar geliefde Bee en een afwijzing krijgt voor een beloftevol bacterie-onderzoek, wordt ze gedwongen haar blik te verleggen. Naar binnen, waar oud verdriet komt bovendrijven, maar ook naar buiten, waar haar oog valt op Louis, die ze tot spionage-object maakt. In hem ziet ze wat ze zoekt: ‘Geen rots in de branding, maar een zeepok op wrakhout’. Het zijn zinnen om te onthouden, afkomstig van prettig ongrijpbare personages, in een verhaal waarin niet is wat het aanvankelijk lijkt. Deze keer loopt het ook nog eens goed af. Hoewel?
(Lieke van den Krommenacker)