Elke week tipt de VPRO Boekengids een aantal nieuwe boeken, van Nederlandse romans tot internationale pareltjes en van klassiekers tot non-fictie en dichtbundels. Met deze week nieuwe boeken van Sander Kollaard, J.J. Voskuil en René van Stipriaan.

Sander Kollaard
Einde verhaal

Het is even wennen, van de doorgaans bescheiden mijmerende Sander Kollaard: een ambitieuze roman die kolkt van actie en absurdisme. In Einde verhaal (Van Oorschot) valt de als Eindtijdbegeleider aangestelde engel Astoreth naar de aarde én van zijn geloof. Opgenomen in een bont reisgezelschap trekt hij vervolgens van het door watersnood getroffen Amsterdam naar het ondergesneeuwde Zweedse platteland; een tocht vol obstakels en wonderlijke verrassingen. Overvol, misschien zelfs. Maar aanstekelijk zijn de apocalyptische avonturen zeker, met een glansrol voor de sprekende zeug Esmeralda. Kollaard deelt een haast vrolijke ‘narratieve drift’ met de tot mens transformerende Astoreth, die met zijn eigen verhaal wil wedijveren met ‘de Grote Schrijver’. En gezien de Eindtijdomstandigheden is de finale opmerkelijk weinig deprimerend.

(Dirk-jan Arensman)

J.J. Voskuil
De bodem van het bestaan

Het vijfde dagboekdeel van J.J. Voskuil loopt van oktober 1976 tot en met 1980. Volgens de uitgever krijgt Voskuil in dit deel ‘zijn jeugdig elan’ terug, en inderdaad ontwikkelt hij verliefderige gevoelens voor zijn nieuwe werkneemster Mirjam Lucassen, maar voor het overige blijft Voskuil zichzelf: gespannen, antisociaal, tobberig, argwanend. ‘Je kunt je in nog zoveel bochten wringen om aan je karakter te ontkomen, het lukt je niet.’ Voor lezers van Het Bureau biedt De bodem van het bestaan (Van Oorschot) alle vertrouwde elementen: de immer zieke Ton (’Ad’) Dekker, de vermoeiende logeerpartijen van de moeder van L, de vergaderingen van de Volkskundecommissie, broodcommissie, de Stichting Historisch Boerderij-onderzoek, en vooral de chronische neerslachtigheid van de hoofdpersoon.

(Thomas van den Bergh)

René van Stipriaan
Afscheid van het oude Nederland

Bij de rits publicisten die waarschuwen voor populisme en aftakeling van onze (parlementaire) democratie schaart zich ook René van Stipriaan (1959), literair-historicus (zijn website) dan wel cultuurhistoricus (uitgever). Hoe dan ook, Afscheid van het oude Nederland (Querido Facto) is een vlot leesbaar essay dan wel pamflet, door de auteur ‘boekje’ (184 pagina’s) genoemd, met de dramatische ondertitel ‘Kunnen we onze democratie nog redden?’ Vanaf 1980 en vooral sinds 2000 is het mis met ons bestel, is het betoog. Belangrijke oorzaak: neoliberalisme zoals belichaamd door vijftien jaar Rutte, met grote onopgeloste problemen, populisme en een bedreigde rechtsstaat tot gevolg. Huxley’s Brave New World is mondiaal nabij, de terugkeer van burgerzin dringend gewenst. ‘Het komt niet vanzelf meer goed.’

(Maarten van Bracht)

de boekengids in je mailbox?