Jerzy Skolimowski, die dichter was voor hij filmmaker werd, koos het boerderijdier met de grote zachte ogen als titelheld om uit te kunnen pakken met een lyrische vertelling die de standaard verhaalstructuur het raam uitgooit. Dialogen maken plaats voor shots door de ogen van de ezel. In roodgekleurde surrealistische scènes, begeleid door indringende muziek, stappen we in de droomwereld van de ezel, waar een robothond rondloopt.
EO wordt vergeleken met arthouse-klassieker Au hasard Balthazar van de Franse regisseur Robert Bresson uit 1966. Volgens Skolimowski de enige film die hem ooit tot tranen toe roerde. Ezel Balthazar was daarin gedurende zijn leven getuige van de vele – vaak wrede – gezichten van de mens. Hij moest zwaar werk doen, liep mee in een processie, werd mishandeld, maar had ook een meisje dat om hem gaf.
Eo heeft op zijn beurt een jonge circusvrouw die van hem houdt. Maar ze raken van elkaar gescheiden en Eo komt onder meer op een zorgboerderij terecht, doet dienst als lastdier op een pelsdierenfokkerij en belandt in de paradijselijke tuin van een chique dame. Het is grappig en vervreemdend hoe filmster Isabelle Huppert hier even opduikt in een bijrolletje naast een leading ezel.