Een groeiend jongeren aantal identificeert zich als non-binair of trans, wachtlijsten voor transgenderzorg worden steeds langer. Het heeft te maken met de toegenomen acceptatie van transgender personen en met verbetering van de zorg, denken sommige onderzoekers. Er is sprake van ‘sociale besmetting’ via Tiktok en soortgelijke, en scholen spelen een dubieuze rol, klinkt het uit andere hoek: niet iedereen beziet de ontwikkeling met vreugde, er is maatschappelijke tegenwind. Zo ook in Italië, het land van Leonardo, Raffaele, Andrea en Nicolò.
In de lange documentaire Into My Name (Nel Mio Nome) volgen we de vier vrienden tijdens hun proces van transitie van ‘vrouw’ naar ‘man’, een lang traject dat voert langs van tal van instanties waarbij attesten van meerdere specialisten (een psychiater, een endocrinoloog en/of chirurg) noodzakelijk zijn. Het is een film over hormoontherapie en chirurgische ingrepen, over hun worsteling met het juridische systeem, over hun zoektocht naar een eigen identiteit. Het is, niet in de laatste plaats, een verhaal over vriendschap.
Er is sprake van frustratie. Nicolò: ‘Voorheen was ik te mannelijk, nu ben ik niet mannelijk genoeg, I never really fit in.’ En van woede soms ook, zoals bij Leonardo die in de film een podcast maakt over hun ervaringen: ‘Het zou een psycholoog moeten zijn die beslist wat je bent, niet een rechter.’
Maar Into My Name is zeker geen zware film, bevat niet slechts verhalen over tegenstribbelende familie, frustrerende bezoeken aan psychologen en eindeloze juridische trajecten. De vrienden beleven samen mooie momenten, er wordt veel gelachen, bijvoorbeeld wanneer Nicolò vertelt over de tijdspanne tussen de behandeling en de verandering van zijn geslachtsregistratie: ‘In Italië moet je toestemming van de rechter krijgen om je naam te laten veranderen, dat kan wel een jaar duren en in de tussentijd kan je in vreemde situaties belanden, kom je op het postkantoor een pakje ophalen met je baard en staat er Irene in je paspoort. Dan zeggen ze: ga weg, wie denk je in de maling te nemen?’ Of als Raffaele met zijn vriend een kleur uitzoekt voor de racefiets die hij bouwt. Fuchsia misschien? ‘Nee, dat is het terrein van trans-exclusionary feminists, opgepast!’ Het moet roze worden, ‘dat is je plicht als gay,’ maar wat voor roze? Ze bekijken de kleurstalen: ‘Nee, deze niet, dit is geen gay pink, eerder een fake hetero closet queen pink.’ De keuze blijkt beperkt. Terwijl er zo ongelofelijk veel groen en blauw is: ‘Ze geven een duidelijk signaal af: je moet een man zijn.’ Ze lachen.