Hendrik Spiering is wetenschapsredacteur bij NRC en vertelt in de podcast Wilde eeuwen relatief onbekende verhalen uit de middeleeuwen. Die periode in de geschiedenis is nog altijd onderbelicht, zegt hij. ‘Het wordt nog steeds als een soort tussentijd gezien, ingeklemd tussen twee clichés. Aan de ene kant is er het beeld dat in de renaissance is gecreëerd, van een achterlijke tijd. Dat zie je vaak ook in films: mensen in lompen die amper uit hun woorden kunnen komen en woeste ridders die elkaars hoofd afhakken. Aan de andere kant ontstond er in de romantiek in Frankrijk, Duitsland en Engeland het nationalisme. Daarin werden de middeleeuwen gezien als de ‘oertijd van de natie’: een harmonieuze tijd. Zij schetsten het beeld dat je in fantasyfilms ziet: leuke dorpjes, blije boeren en gelukkige koningen. In werkelijkheid waren de middeleeuwen ‘wilde eeuwen’, zegt Spiering, die als historicus afstudeerde op deze periode. ‘Het was een tijd van enorme groei en ontwikkeling, waarin alles mogelijk was. Er ontstonden allerlei nieuwe systemen, die ook in onze huidige tijd nog steeds invloed hebben. Tegelijk was het een tijd waarin geweld veel gangbaarder was dan nu.’
In elk van de acht afleveringen brengt Spiering de geschiedenis tot leven door in zijn eigen woorden een verhaal te vertellen uit een historische bron. Een van zijn persoonlijke hoogtepunten komen we tegen in de vierde aflevering: het verhaal van Heloise en Abelard. ‘Dat is een briefwisseling uit de twaalfde eeuw tussen twee geliefden. De emotie die in die brieven ligt ontroert me iedere keer opnieuw. Ik krijg nu gewoon kippenvel als ik eraan denk. De tekst komt uit een tijd waarin je verwacht dat mensen vooral met religie en oorlog bezig waren. Maar deze verloren liefde is zo recht voor zijn raap opgeschreven, dat het lijkt het of je recht door acht eeuwen heen kunt kijken. Het is heel menselijk.’
Op de muziek en het sound design van Rufus van Baardwijk na, is Spiering de enige die in Wilde eeuwen te horen is. Dat is ongebruikelijk voor de podcasts van NRC, die meestal een meer journalistieke insteek hebben. ‘Het was voor mij als schrijvend journalist heel leerzaam om een verhaal zo vorm te geven dat het een halfuur lang spannend blijft om naar te luisteren.’ Om zijn teksten zo overtuigend mogelijk te brengen heeft hij veel geoefend. ‘Ik heb gemerkt dat het allerbelangrijkste is dat je voor je moet zien wat je leest. Ik haalde me zo goed mogelijk een kamp van de Vikingen voor de geest en probeerde dan te vertellen wat ik zag. Dan klinkt het een stuk overtuigender.’