Journalist Robin de Wever doet er absoluut niet moeilijk over dat hij ook een yup is. Hij heeft een goede opleiding en een mooie baan, net als zijn vrouw. Ze hebben zelfs een bakfiets met twee blonde kindertjes erin. Vijftien jaar geleden verhuisde hij naar het Amersfoortse Soesterkwartier, waar hij onbewust een van de eerste gentrificeerders werd. Hij heeft de wijk dus zien veranderen, en hoort zijn buren daar af en toe over morren.
Voor Omroep Max maakte hij een podcast over zijn volksbuurt. Bewoners die graag in hun voortuin hamburgers bakken en lekker hard André Hazes draaien roemen de sociale cohesie die de wijk vroeger nog had. Weduwe Ria heeft nog steeds enorm veel steun aan haar buren nadat ze met een gebroken schouder thuis kwam te zitten. Maar dertiger Gregory is na zijn scheiding weer bij zijn moeder ingetrokken, omdat hij geen geschikte woning kan vinden voor hem en zijn vier kinderen. Aan de andere kant zijn er de nieuwe bewoners die tonnen betalen voor een huis, maar hun kinderen naar school brengen in een andere wijk.
Het Soesterkwartier is goed te vergelijken met andere volksbuurten in Nederland, en in de latere afleveringen gaat De Wever daar ook naartoe. Ook spreekt hij beleidsmakers over de vraag hoe je oude stadswijken voor iedereen leefbaar kunt houden.
De Wever is een ervaren verhalenverteller die door middel van mooie slices of life een beeld geeft van een maatschappelijke kwestie. Hij heeft een duidelijke link met zijn onderwerp, maar dringt zich niet op in het verhaal. Hij geeft een genuanceerd beeld van de veranderende wijk en zegt daarbij ook eerlijk dat lang niet iedereen een even groot probleem ervaart. Dat heeft echter wel tot gevolg dat de kwestie nooit echt op scherp wordt gezet. Misschien is het goede contact met zijn buren, zowel oud als nieuw, hem daarvoor te dierbaar.