Toen Irene Houthuijs aan kunstenaar Mina Abouzahra vertelde dat ze graag een audiodocumentaire over haar wilde maken, zei Abouzahra meteen: ‘Maar dan moet je met mij mee naar Marokko!’ Houthuijs was weleens in het land geweest, maar dan als toerist. Dat ze nu in een klein dorp belandde waar ze meteen opgenomen werd door de gemeenschap, noemt ze aan de telefoon een feest. ‘Ik werd ondergedompeld in de liefde van Marokkaanse vrouwen.’
In Taznakht weven veel vrouwen kleden; het dorpje in de bergen in het zuiden van Marokko staat bekend om zijn hoge dichtheid aan ambachtslieden. Abouzahra werkt daar samen met een coöperatie van tapijtknopers. De vrouwen weven daar tapijten naar eigen smaak of aan de hand van de ontwerpen van Abouzahra, en zij zet zich ervoor in dat de wevers een eerlijk uurloon krijgen. In de audiodocumentaire Mina en de tapijtknoopsters van Taznakht portretteert Houthuijs de kunstenaar.
Houthuijs is gefascineerd door hoe gepassioneerd Abouzahra is. ‘Ik ben zo onder de indruk van hoeveel zij kan, hoe energiek ze zich ergens in stort en hoe aardig en leuk ze tegen iedereen doet.’ Tijdens de reis merkte ze hoe Abouzahra dit allemaal volhoudt: ze is heel goed in zich afsluiten als ze daar behoefte aan heeft. ‘Als ze moe was trok ze zich terug in haar eigen kamer. Dat schakelen tussen energiek zijn en dan zich geconcentreerd afsluiten vind ik heel knap.’
Abouzahra blijkt behalve sympathiek soms ook streng wanneer ze toezicht houdt op het werk – volgens Houthuijs streeft ze altijd naar betere kwaliteit. In de documentaire horen we hoe ze de wol voor een specifiek tapijt inspecteert, die meer blauw is dan groen. ‘We werken met een nieuw verfbedrijf, maar die maakt de hele tijd een zooitje van de kleuren,’ zegt ze onomwonden.
Mina en de tapijtknoopsters van Taznakht gaat ook over hoe Abouzahra zich verhoudt tot haar Marokkaanse afkomst. Haar ouders, die uit een klein dorp in Marokko kwamen, schaamden zich eenmaal in Nederland bijna voor waar ze vandaan kwamen, vertelt ze in de documentaire. Ze verlangden naar vooruitgang, maar waren tegelijkertijd ook bang om hun tradities te verliezen. Met al die gevoelens is Abouzahra opgegroeid en heeft zich daarom enigszins verloren gevoeld. Nu heeft ze echter haar eigen weg gevonden in het leven, en zorgt Abouzahra ervoor dat de bijzondere ontwerpen en kleden uit Marokko hier in Nederland belanden en dat mensen hun waarde inzien. Tegelijkertijd streeft ze ernaar dat vrouwen in Marokko hun ambacht met trots uitoefenen en daar ook eerlijk voor betaald worden. Houthuijs: ‘Mina ziet het als haar taak om de verbinder te zijn tussen de Nederlandse en de Marokkaanse cultuur.’