In het hoofd van podcast- en filmmaker Silvia Bromet (1971) leek het dé plek voor een ideale samenleving: volkstuincomplex Buitenzorg in Amsterdam-Noord. De groene oase, op een kwartiertje fietsen van het centrum, oogt vredig en ruim. Dus toen Bromet ruim een jaar geleden met haar man en hond Betsy toevallig langs de toegangspoort wandelde, drong de gedachte zich aan haar op: hier wil ik een podcast over maken. ‘Ik was net klaar met een podcast over een hospice, Aangekondigd einde. De mensen die ik daarvoor had geïnterviewd waren allemaal gestorven. Ik was best somber en erg geconfronteerd met sterfelijkheid. En hier was het wild, vrolijk en kleurrijk. Ik wilde weten: wie zijn deze mensen en wat is hun dynamiek? Wil je trouwens een gevulde koek?’
Bromet graait in een hippe boodschappentas van botergeel plastic, met twee zwarte hengels. Ze zit op het terras van het park, pal voor het verenigingsgebouw: een charmant wit pand met donkergroene kozijnen. Het is het thuishonk van de ongeveer honderd tuinders die het park rijk is: veelal excentrieke types die, soms dagelijks, de hectiek van de stad ontvluchten naar hun weelderige lustoord.
‘Hier mag je zijn wie je bent,’ zegt tuinder Sonja aan het begin van aflevering een van het zesdelige Onkruid in het paradijs. Haar tuinhuisje hangt vol spiegels, naar eigen zeggen vanwege haar grootheidswaanzin. Gelegen aan hetzelfde pad: een huisje met de veelzeggende naam Skihut Noord Gestoord en een okergeel lemen ecohuisje. Eén bouwwerk steelt de show, ziet Bromet: het verwaarloosde, verlaten halfronde houten gebouwtje met veel ramen en pilaren dat op het tuinpark bekend staat als ‘de tempel’. De bijbehorende tuin is overwoekerd door wietplanten en bramenstruiken – een doorn in het oog van buurvrouw Nina. Ze hekelt dat de tempel zoveel aandacht krijgt: het ding verkeert al jaren in onaffe staat en de eigenaar is in geen velden of wegen te bekennen. Bij de luisteraar dringt algauw door: zo sereen als het lijkt, is het misschien toch niet.
Vanaf het eerste moment deed het tuinpark Silvia Bromet denken aan haar oma Bromet: een ouderwets ‘gemeenschapsmens’ die haar zoon – filmmaker Frans Bromet – als klein jongetje dwong tot vriendschap met Egbert, het eerste zwarte jongetje in de buurt. ‘Ik vond haar helemaal niet iemand met een hele leuke, warme persoonlijkheid. Als puber irriteerde het me ook dat ze die gemeenschapszin steeds maar benadrukte,’ zegt ze. ‘Maar nu was ik benieuwd: zouden ze hier nog bestaan, deze gemeenschapsmensen? En hoe doen ze dat dan, met elkaar samenleven? Ik woon in een dorp en vind het daar al niet altijd even gemakkelijk.’