Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Nuno Duarte over Portugal
Elke aflevering van In Europa – de geschiedenis op heterdaad betrapt wordt in de VPRO Gids geflankeerd door een interview met een ooggetuige van de recente geschiedenis. Bij aflevering 8 is dit de Portugese komiek Nuno Duarte, die in 2011 met Homens da Luta meedeed aan het Eurovisiesongfestival. ‘In het holst van de crisis hoorden wij tot de bestverkopende artiesten.’
‘It made sense,’ zegt Nuno Duarte aan de telefoon vanuit Portugal over zijn deelname aan het Eurovisiesongfestival. Het strookte volledig: met wie hij is, zijn achtergrond en vooral met de tijdgeest. Je kunt ook zeggen: hij zag een kans en greep die.
Voor de argeloze kijker was het sowieso eens wat anders: het vrolijke tableau dat in Düsseldorf Arena het podium betrad. Zes niet al te buitenissig uitgedoste personages, waaronder een militair, een bouwvakker en een vrouw in een folkloristisch pakje. Op de protestborden in rood en geel die zij in hun knuisten klemden, stond in verschillende talen de titel van hun liedje, ‘Luta é alegria’: ‘The Struggle Is Joy’, ‘La lute est la joie’, ‘De strijd is vreugde’.
Middelpunt van de groep Homens da Luta, zoals de Portugese inzending heette, waren de broers Nuno en Vasco Duarte. Op YouTube is het optreden zo gevonden. Die met de megafoon en de seventiessnor is Nuno, de tekstschrijver. De gitarist naast hem, met bril en alpinopet, is zijn broer; zijn naam komt in beeld als componist. De strekking van het liedje: hou eens op met moeilijk doen, met dat gehamer op de broekriem aantrekken, offers brengen en zuinigheid – vlijt heeft geen zin, een beetje lol zal ons eerder redden.
Martelaren
Het idee voor de groep was in de loop van 2008 ontstaan toen Duarte besefte hoe serieus de economische crisis was die het land in haar greep had. ‘Ik dacht: nu gaan we een stap verder met de act van actievoerders. Ik wilde een band die geen blad voor de mond nam en de straat op zou gaan om vrolijkheid en muziek te brengen.’
Het was mei 2011 en het waren barre, drukkende tijden, voor Zuid-Europeanen nog meer dan voor de rest. Wat de gemiddelde tv-kijker in Europa niet wist: dit was geen snel opgetuigde gimmick, geen voor de gelegenheid gearrangeerde verkleedpartij. Dit waren Jel en Falâncio, de alter ego’s van Nuno en Vasco Duarte, in Portugal sinds jaar en dag bekend. ‘We hadden vanaf 2004 onze eigen komische tv-show,’ aldus Duarte, ‘met vaste typetjes, zoals de junkie, de skinhead, de homo, de Baziliaan en de revolutionair. Dat ze al bestonden, maakte Homens da Luta alleen maar geloofwaardiger.’
Hoezeer de act en de werkelijkheid met elkaar verknoopt raakten, bleek toen de broers hun tv-show kwijtraakten. Een grap tijdens een demonstratie over de premier viel verkeerd. ‘Ik kan me niet eens herinneren wat ik zei. We waren daarna drie maanden in Amerika om opnames te maken voor het nieuwe seizoen, iets met de Obama-campagne gingen we doen. Maar toen we thuiskwamen, kregen we te horen dat we niet langer welkom waren. Later hoorden we dat de premier zich had beklaagd. Het pakte alleen maar voordelig uit. Ineens waren we een soort martelaren. We waren als oud vuil op straat gegooid, net als veel van onze fans. De werkloosheid was enorm. Het paste perfect in het plaatje.’
Aan het optreden in Düsseldorf – waar Portugal op het Eurovisiesongfestival 2011 strandde in de halve finale en Azerbeidzjan met de eer ging strijken – was een turbulente voorverkiezing voorafgegaan. Dat Homens da Luta de nationale voorronden overtuigend won, dankzij de publieksstemmen, was voor velen een schok. ‘Het land stond even stil,’ zegt Duarte.
Een week na de landelijke songfestivaluitslag zou de grote demonstratie van 12 maart in Lissabon plaatsvinden. De Facebookoproep ‘Protest van een generatie in doodsnood’, een initiatief van een aantal jongeren, sorteerde effect. Alleen al in de hoofdstad gingen naar schatting 200.000 mensen de straat op. ‘Wij zouden daar optreden, dus we zeiden op tv: we zijn er ook bij, waardoor er nog meer mensen op de demonstratie afkwamen.’
Anjerrevolutie
De Portugezen waren de krapte en de onzekerheid zat, terwijl de zittende regering van José Sócrates forse bezuinigingen had aangekondigd. ‘Dit was de demonstratie die het einde voor de premier inluidde. Je voelde: we schrijven hier geschiedenis. Toen het parlement niet instemde met zijn bezuinigingsmaatregelen, kon hij niet anders dan opstappen.’
Nuno Duarte is een kind van de Anjerrevolutie. In 1974, zijn geboortejaar, vond in Portugal de revolutie plaats die een einde maakte aan de dictatuur. ‘Mijn familie van vaders kant was uitgesproken politiek geëngageerd. Ze waren lid van de Communistische Partij. Tijdens mijn jeugd gingen we vaak naar partijbijeenkomsten en demonstraties. Dat heeft me zeker geholpen bij het vormgeven van de personages van Homens da Luta.’
Hij herinnert zich kleurrijke, massale bijeenkomsten. ‘Het was een en al feest. Er waren honderden kinderen; we kregen verf en papier. Er was muziek en eten. Acteurs, musici en schilders zochten elkaar op. Er was nooit gedoe met de politie. Zeker voor communisten was dat heel wat, na bijna vijftig jaar dictatuur. Toch was het ook een moeilijke tijd. Ook toen stond Portugal er economisch slecht voor. De schappen in de winkels waren vaak leeg, de melk was op. Nu weet ik dat de jaren tachtig crisisjaren waren, maar als kind had je daar geen erg in.’
De laatste crisis was andere koek, zegt hij. ‘Veel mensen hebben in die periode zelfmoord gepleegd, omdat ze onder ongelooflijk grote druk stonden. Vrienden van mij ook – ja, meer dan één. Het waren deprimerende tijden, wat extra werd aangezet door de regering met de boodschap: jullie hebben het aan jezelf te danken, jullie hebben te veel uitgegeven.’
Tijdmachine
Op een avond in 2010, Duarte zat thuis tv te kijken, zag hij een oproep voor de voorronden van het Eurovisiesongfestival. ‘In die tijd was ik al zo’n beetje fulltime het personage Jel. Ik dacht: ik ga een liedje insturen. Je moet weten dat het festival nogal een traditie heeft hier, maar de belangstelling was niet meer als vroeger. In de jaren na de Anjerrevolutie was de wedstrijd sterk gepolitiseerd. Elke partij stuurde zijn eigen liedje in. Dat wist ik. Daarom dacht ik: dit is iets voor ons.’
Homens da Luta zou in de voetsporen stappen van Duarte Mendes en Os Amigos. De eerste nam in 1975 deel met een lied over de Anjerrevolutie, waarin hij zelf had meegevochten. En de groep Os Amigos bracht in 1977 een onvervalste ode aan het eigen land, verwijzend naar vrijheidsleuzen tegen de dictatuur. Tijdens het festival van 2011 – ‘vergeven van drakerige zangers, stomme danceacts en glanzende jurken’ – zouden de Portugezen met hun actieborden op het podium arriveren als buitenaardse wezens. ‘Alsof een tijdmachine ons naar de moderne tijd bracht,’ zegt Duarte.
De deelname markeert een periode van ongehoord succes. ‘We konden de boekingen niet aan, we traden op waar we konden, bij demonstraties, op universiteiten. We waren overal: op radio en tv, in de kranten, op Facebook. Voor ons waren het gouden jaren, we hebben heel goed verdiend.’
Maar het succes had een keerzijde. Zijn broer en hij kregen meningsverschillen over de mate waarin ze opgingen in hun rol. Hun vader overleed. En Nuno Duarte werd geplaagd door wroeging en kreeg een burn-out. ‘De ironie… In het holst van de crisis hoorden wij tot de bestverkopende artiesten. Die paradox werd te sterk.’
Hij vertelt hoe hij worstelde met het besluit de groep op te doeken. ‘Je kent vast The Lord of the Rings. Stel je voor: Frodo staat op de plek waar hij de ring moet gooien. Het is niet makkelijk om dat te doen, alle krachten die zich ertegen verzetten…’
Tio Jel
In 2013 hield Homens da Luta op te bestaan. Als hij eerlijk is: een band die floreert dankzij de crisis is daarna weinig levensvatbaar. Dat realiseerde hij zich ook. ‘Wat er met ons, fictieve personages, gebeurde, heeft voor mij veel inzichtelijk gemaakt. De Vijfsterrenbeweging van Grillo in Italië is in dezelfde periode ontstaan. Revolutie gaat over kansen en mogelijkheden. Zelensky, de premier van Oekraïne, is ook een komiek. Ik begrijp zulke patronen nu.’
Ook hij ambieerde een politieke carrière. In 2013 deed hij met zijn broer mee aan de lokale verkiezingen in zijn woonplaats Cascais. ‘Het leek een mooie manier om het einde van Homens te markeren. We leggen onze vermommingen af en doen mee als onszelf.’ Ze kregen twee, drie procent van de stemmen. ‘Ik heb besloten dat het toch niet iets voor mij is.’
Wat hij nu doet? ‘Na zes jaar in de luwte ben ik weer aan het optreden.’ Nuno Duarte heeft een nieuw alter ego dat alleen in naam op zijn vorige lijkt. Tio Jel, ‘Oom Jel’, is sinds een half jaar een populaire danceact in Portugal. Zijn single ‘Sal grosso’ is een hit. ‘Ik treed op voor kids van zeventien, achttien jaar. Ze sturen me video’s voor mijn Instagram. In de supermarkt komen kinderen naar me toe: ik vind je muziek geweldig.’
Hoe dat zo is gekomen, is een ander verhaal. Zeker is: dit zonnige karakter past bij deze tijd, bij een Portugal dat uit het dal is geklauterd, dankzij de linkse coalitie. ‘We zijn er nog niet, maar de atmosfeer is opgeklaard. De zelfliefde is terug. Daar heeft het EK voetbal in 2016 natuurlijk ook aan bijgedragen. En niet te vergeten Salvador Sobral, die in 2017 het Eurovisiesongfestival won. Het zijn symbolische zaken, maar heel belangrijk voor een klein land als Portugal.’
De krekel en de mier
In ‘De krekel en de mier’ (regie: Maren Merckx, research: Frédérique Melman, Mandy Duijn, Suzanne Hendriks en Aron de Jong), de achtste aflevering van In Europa, staat de wederopstanding van Portugal centraal. Tijdens de eurocrisis kwamen het Noorden en het Zuiden tegenover elkaar te staan op een manier die deed denken aan Disneyfilm De krekel en de mier (1943): de een nijver, de ander genotzuchtig. Het hedonistische imago van de zuiderling werd in 2017 door Jeroen Dijsselbloem, destijds voorzitter van de Eurogroep, nog eens benadrukt met zijn ‘Schnapps und Frauen’-opmerking in de Frankfurter Allgemeine.
Komiek Nuno Duarte kruipt in de huid van Dijsselbloem. Hij gaat het strand op en vraagt omstanders wat zij van het stereotiepe beeld vinden. Intussen is Portugal onder de linkse regering van António Costa uit het dal gekropen. De krekel heeft nu een voorbeeldfunctie. Hoe dat kan?
De belastingdienst bedacht bijvoorbeeld een loterij: wie keurig zijn btw-bonnetjes overlegt, maakt kans op een Audi A4. Zo is btw-ontduiking met de helft teruggebracht. Rijke buitenlanders worden met gunstige voorwaarden verleid tot de aanschaf van onroerend goed. Creatieve ruimhartigheid kwam in de plaats van ‘zuinig aan’. Maar daarmee is de leegloop die het land treft niet zomaar opgelost. Verpleegkundige Sylvia nam de wijk naar Groot-Brittannië, net als veel andere leeftijdgenoten.
De gemiddelde leeftijd is in sommige dorpen schrikbarend hoog. En toch: geen land is zo genereus met de opvang van vluchtelingen. Alleen willen die liever naar een welvarender land als Duitsland. Dat geldt ook voor Ali, die nu voor een laag loon in een Portugees naaiatelier werkt. Maar hoelang nog?