Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
‘Er waait een andere wind’
In zijn boek Grote verwachtingen. In Europa 1999-2019 en als verteller van een nieuwe In Europa-reeks betrapt Geert Mak de Europese geschiedenis van de 21ste eeuw op heterdaad. ‘Waar waren we ook alweer gebleven?’
Mak: ‘Ja, het waren dit keer echt twee parallelle projecten. Ik treed in de tv-serie alleen op als verteller. Ik ben zelf op pad geweest voor het boek, de VPRO’ers voor de serie. De vorige keer had de VPRO ook al veel zelf gedaan, hoor. Ze deden veel meer dan alleen het boek verfilmen. In dit geval overlapt het nog minder: we hebben allebei dezelfde periode bij de kop gepakt, maar ik als schrijver en zij als tv-makers. Zij hebben gelet op de wetten van televisie. Voor televisie heb je beeld nodig. Ik kan in mijn boek op andere dingen letten: analyses, een mooi citaat, structuren en grote lijnen. Ik ben veel meer historisch bezig. Zij ook wel, maar op een andere manier. Het vult elkaar prachtig aan, denk ik. We hebben veel aan elkaar gehad. Ik heb grote lijnen uitgezet, maar zij hebben weer heel leuke mensen en verhalen uit dat rare Europa van de 21ste eeuw getakeld. We tipten elkaar ook de hele tijd. Dat was een feestelijke samenwerking.’
‘Zoals Henk Hofland zei: iedere journalist heeft een kleine seismograaf in zijn hoofd die gaat trillen als er belangrijke politieke ontwikkelingen op handen zijn. Bij mij danste dat apparaatje vanaf 2014 van de tafel. Het was voor mij dus een onvermijdelijk boek. Ik werkte hiervoor aan mijn boek over Jan Six, wat ik erg leuk vond, maar ik was bezig met de huwelijksperikelen van een man uit de zeventiende eeuw, terwijl de Europese Unie op haar grondvesten stond te schudden. Dus ik ben na Six meteen met dit nieuwe project aan de slag gegaan.’
‘Inderdaad, je bedrijft geschiedschrijving terwijl de verf nog nat is en soms schrijf je over geschiedenis die zelfs nog gaande is. Bij het eerste decennium viel het nog wel mee, daar zijn al veel boeken over verschenen. Bij het tweede decennium moet je het echt hebben van je eigen waarnemingen en analyses. En van krantenartikelen, nota’s van de Europese Unie en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, verhalen uit The Economist, tv-documentaires. Allemaal brokjes waaruit je je eigen verhaal samenstelt.’
‘Nou, dat is toch goed! Ik probeer naar eer en geweten te beschrijven wat ik denk en vooral wat ik gezien heb en wat ik constateer. Geschiedschrijving is een grote discussie. Als het dat niet zou zijn, zou het dood zijn, de dood in de pot. Dus alsjeblieft, laat dit niet het laatste woord zijn!’
‘Ja, ik zie dat nu overal om me heen. Mensen zijn onrustig. Vragen zich af: wat is er in hemelsnaam aan de hand? Mede daarom voer ik een geschiedenisstudent uit 2069 op, die bepaalde dingen beter zal zien dan wij nu. Ik ben jaloers op wat hij weet. Maar tegelijk zien wij nu dingen die hij niet ziet.’
‘Het stormt en het rammelt, maar de meeste democratieën blijven als systeem best overeind. De winst van populisten laat zien dat de democratieën een groot maatschappelijk ongenoegen registreren. Democratie is ook een systeem van waarschuwingen, het meet de temperatuur in de samenleving. Die metertjes blijken nu goed te werken. Maar de boodschap is niet vrolijk stemmend. Veel mensen zijn hun vertrouwen in bestaande politici verloren. Dat komt ook door dertig jaar neoliberalisme. Vanaf de jaren zeventig ontstond een cultuur waarin de vrije markt heilig was, alles meetbaar was en eigenlijk geen politieke keuzes gemaakt werden.
‘Bij neoliberalisme hoort een beleid van afbraak van de publieke sector. En in Europa zijn we na de crisis van 2008 gaan bezuinigen. Dat moet je niet doen, daar zijn bijna alle economen het over eens. De VS heeft juist, in een zeldzame samenwerking van Republikeinen en Democraten, miljarden in de economie geïnvesteerd. Zo kwam hun economie er snel weer bovenop. In Europa zijn we dus gaan bezuinigen, en op de onvrede over de gevolgen daarvan kon populisme goed gedijen.’
‘Nou, kijk maar in Nederland. Troonrede, regeringsverklaring, debatten: opeens wordt er weer gepraat over kwaliteit van bestaan. Er waait opeens een totaal andere wind. Zelfs bij de VVD begint men te beseffen dat de vrije markt niet zaligmakend is. De discussies over het klimaat zorgen ook voor verandering, zelfs in het bedrijfsleven. En inderdaad is er veel sociale onrust. Ik heb het gevoel dat de manier van denken aan het kenteren is.’
‘Dat is het grote probleem met populisten. De vragen die ze stellen zijn vaak best terecht. Alleen de antwoorden, daar heb ik gigantische problemen mee. Ik schaar me in niemands kamp. Ik probeer gewoon eerlijk te zijn.’
U bent vrij kritisch over Europa en Brussel. Ze liggen soms ‘met het hoofd op de tafel te slapen’, schrijft u, omdat de vergaderingen zo saai zijn.
‘Het komt ook doordat ze keihard werken, daar aan de top in Brussel. Je kunt schelden wat je wilt, maar ze staan voor duivelse dilemma’s. Je kunt mopperen op Juncker, maar ze hadden echt plannen voor een gezamenlijk immigratiebeleid. Dat is door de nationale leiders en parlementen afgeschoten. Ze zitten vaak in onmogelijke situaties.’
‘Ik betoog niet zo veel, ik constateer. Iedereen die in Brussel werkt geeft het ook toe. Het probleem met de EU is de hele tijd: het is een soort federatief verband, maar niet echt. De EU is een rijke en welvarende wereldmacht, maar kan niet als zodanig functioneren omdat het te verdeeld is. Dat is steeds het probleem.’
‘U heeft mijn kleine zinnetjes goed gelezen.’
‘Nee! Willen we in de 21ste eeuw overleven als Nederland, of als België of Frankrijk, dan moeten we dat samen doen. Puur om te overleven. Ook om het klimaatprobleem aan te pakken. Maar ook voor onze onafhankelijkheid van machten als Rusland, Amerika en China. We worden ongenadig tegen elkaar uitgespeeld. Als we uiteenvallen worden we echt, zoals de Vlamingen dat zo mooi zeggen, “een vogeltje voor de kat”. Maar detailkwesties moeten veel meer losgelaten worden.’
‘Al die regeltjes zorgen voor zoveel ruis. Dat kan niet zo doorgaan. Op grote zaken, zoals buitenlands beleid, is er juist te weinig samenwerking. Daar moeten we echt gaan beseffen dat we het gezamenlijk moeten doen. We kunnen leren van de geschiedenis, wat dat betreft. Het debat over Europa doet me denken aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Populisten zoals Baudet zijn als de vertegenwoordigers van Holland. Die zeggen: laten we maar weer apart gaan.
‘Zeker, bij de laatste verkiezingen was de opkomst een kwart hoger! Europa is altijd gezien als een droom. Ik denk dat het een realiteit is. Nationalisme wordt gezien als een realiteit. Ik denk dat het een nostalgische droom is.’
In Europa – de geschiedenis op heterdaad betrapt
NPO 2, Zondag 22 en 29 december 21.10 uur