In De redding kruipt Judith Koelemeijer in de huid van een vrouw die een gewisse verdrinkingsdood tegemoet ging én de vrouw die haar leven redde. 

‘De dood was niets, alleen een ander jasje.’ Het is misschien de mooiste zin uit De redding, de nieuwe non-fictienovelle van Judith Koelemeijer (1967). Een kleine, trefzekere zin waarin iets veel groters, iets alomvattends besloten ligt. Iets soortgelijks gebeurt in De redding als geheel, waarin Koelemeijer de levens van twee onbekende Haarlemse vrouwen uittilt boven wat hen toevalligerwijs samenbracht: de onfortuinlijke ‘tewaterlating’ van de oudste van hen, de zeventigjarige, oud-verpleegkundige Leah.

Zij glijdt op 27 januari 2010, een ijzige winteravond, akelig langzaam met haar Citroën C3 vanaf een parkeerplek in Haarlem de Leidsevaart in. Geen van de omstanders op de kade doet iets, tot grote ergernis van de jonge student Mirjam. Zij redt Leah van de verdrinkingsdood, dan nog onwetend hoezeer deze gebeurtenis hun beider levens zal beïnvloeden - en niet uitsluitend ten goede. 

‘Het verhaal van Leah en Mirjam draag ik al lang met me mee,’ deelt Koelemeijer in haar dankwoord. Al in 2010 ontstond het idee om erover te schrijven, aanvankelijk voor tijdschrift Libelle. Maar zowel Leah als Mirjam gaven te kennen er nog niet klaar voor te zijn. Pas in 2023, nadat Koelemeijer haar veelgeprezen biografie Etty Hillesum. Het verhaal van haar leven (2022) had voltooid, kwam het er echt van. ‘Dat er inmiddels bijna vijftien jaar was verstreken sinds Leahs tewaterlating, bleek voor het boek geen beperking, maar eerder een zegen,’ schrijft Koelemeijer. 

Die zegen schuilt, behalve in de context van de twee levensverhalen die de auteur vaardig verknoopt, in het bezinksel dat de bijna-verdrinking heeft achtergelaten in de binnenwerelden van Leah en Mirjam. Beiden kampen met gevoelens en vragen die haaks staan op de opluchting en blijdschap van hun omgeving. Leah voelt zich geen slachtoffer maar dader: haar redding had Mirjams dood kunnen betekenen. Mirjam op haar beurt voelt zich verbitterd en verraden door haar vertrouwen in de mensheid: waarom schoot zij als enige te hulp? Ze verafschuwt de heldenrol die ze ongewild heeft toebedeeld gekregen. Ze heeft gedaan wat normaal is in zo’n situatie. Of tenminste, wat normaal zou moeten zijn. Toch?

Laat het maar aan Koelemeijer over om al deze krachten en onderstromen tot een aangrijpend geheel te smeden. In de relatief weinige bladzijden die De redding bestrijkt, weet ze op bewonderenswaardige wijze in de huid te kruipen van de twee vrouwen die generaties van elkaar verschillen, maar door het voorval een aangrijpende lotsverbondenheid ervaren. Op zondag 23 februari vertelt ze er meer over in VPRO Boeken. Te gast is ook Emy Koopman, met haar nieuwe roman De vrouw in de kelder

de boekengids in je mailbox?