In de bevestigingsmail van het interview stond dat Laura Poitras geen video en foto’s wilde, dus de eerste vraag is: Waarom geen foto’s of video? Het blijkt geen harde eis. ‘O dat mag best, maar voor mij is het alleen afleiding,’ reageert Poitras: ‘Plus, dan komt dat allemaal online terecht en staat daar dan voor eeuwig. En de enigen die het belangrijk vinden dat iets altijd online te vinden is zijn veiligheidsdiensten en stalkers.’
Dat klinkt paranoïde, maar niet uit de mond van Poitras, die sinds haar documentaire My Country, My Country (2006) – over de nasleep van de oorlog in Irak – door de CIA en de NSA gevolgd en gemonitord wordt. Wat alleen nog maar toenam toen in 2014 Citizenfour uitkwam, de Oscarwinnende documentaire waarin haar geheime ontmoetingen met CIA- en NSA-klokkenluider Edward Snowden centraal staan.
Al haar documentaires waren politieke documentaires, tot All the Beauty and the Bloodshed, want die is deels politiek commentaar en deels portret. De film volgt fotograaf Nan Goldin (1953) en actiegroep PAIN bij hun protesten tegen de puissant rijke Amerikaanse Sackler-familie, die miljarden verdiende met de verkoop van pijnstillers als OxyContin. Een vooral in de VS veel te snel voorgeschreven opioïde, waaraan Goldin zelf ook verslaafd was.
Maar de acties van PAIN worden afgewisseld met openhartige interviews met Goldin over haar baanbrekende werk als chroniqueur van de harddrug- en homoscene in New York. En over haar heftige persoonlijke geschiedenis – de zelfmoord van zus Barbara toen Nan elf was, het weglopen van huis toen ze dertien was, het ontdekken van haar roeping als fotograaf.