In de door Martin Scorsese vertelde documentaire Made in England: The Films of Powell and Pressburger komen alle films van dit illustere duo voorbij. Regisseur David Hinton: ‘De chemie tussen deze tegenpolen was enorm.’

De meeste lezers weten waarschijnlijk wel dat regisseur Martin Scorsese als kind niet buiten kon spelen met vriendjes omdat hij astma had. Vandaar dat hij thuis elke dag urenlang voor het raam zat en naar buiten keek. Gelukkig hadden zijn ouders een appartement in de wijk Little Italy in New York, zodat de kleine en soms ook grote criminaliteit die Marty beneden voorbij zag komen een onuitputtelijke voedingsbodem werd voor zijn latere misdaad- en maffiafilms.

Minder bekend is dat Scorsese (1942) als astmatisch kind ook heel veel televisiekeek in de jaren vijftig. Omdat de grote Hollywoodstudio’s wel inzagen dat de toen nog jonge televisie een geduchte concurrent zou worden, besloten ze hun films niet aan de tv-zenders te verkopen. Die haalden hun films vervolgens uit het buitenland en vanwege de taal vooral uit Groot-Brittannië. Zo zag Scorsese – in zwart-wit en op een piepkleine beeldbuis – zo’n beetje alle Britse klassiekers uit de jaren veertig en vijftig.

Het werk van Michael Powell en Emeric Pressburger maakte de meeste indruk op de jonge Marty. Films die opvielen dankzij hun sprookjesachtige verhalen, de prachtige locaties en het inventieve gebruik van muziek, beweging en – zoals Scorsese pas ontdekte toen hij de films in de bioscoop zag – kleur. De verhalen die Scorsese zou gaan vertellen vond hij op straat, maar de manier waarop hij ze wilde vertellen ontdekte hij in het werk van Powell en Pressburger.

‘Een assistent zei ooit: “Emeric wist wat de personages moesten zeggen, Michael wist hoe ze dat moesten doen”’

David Hinton

Martin Scorsese, Michael Powell en Thelma Schoonmaker

Barok

De Brit Michael Powell (1905–1990) en de Hongaarse immigrant Emeric Pressburger (1902–1988) leren elkaar eind jaren dertig kennen bij de film The Spy in Black. Onafhankelijk van elkaar hebben ze dan al naam gemaakt. Powell als regisseur, Pressburger als scenarioschrijver. De samenwerking voor The Spy in Black is zo’n succes dat de twee besluiten meer films te gaan maken, wat in de jaren veertig en vijftig zal leiden tot een kleine twintig titels en een handvol onmiskenbare meesterwerken.

In de jaren zestig is alles echter alweer voorbij. De grauwe sociaalrealistische films van de British New Wave gaan het bioscoopaanbod bepalen en plotseling moet het publiek niets meer hebben van de kleurrijke, romantische en nogal barokke films van Powell en Pressburger. Het is zelfs zo erg dat wanneer Martin Scorsese in 1974 naar het Edinburgh International Film Festival gaat om een prijs op te halen voor Alice Doesn’t Live Here Anymore en hem gevraagd wordt van wie hij die prijs wil ontvangen, niemand weet wie hij bedoelt als hij de naam Michael Powell noemt. Halverwege de jaren zeventig zijn Powell en Pressburger volledig vergeten in het Verenigd Koninkrijk.

Maar Scorsese laat zich niet afschepen. Hij gaat zelf op zoek en vindt Powell in een vervallen vakantiehuisje in Gloucestershire, waar hij de Britse regisseur eindelijk kan vertellen hoeveel invloed diens films op zijn werk hebben gehad. De twee sluiten vriendschap en Powell zal later in zijn dagboek schrijven dat dit het moment was waarop hij het bloed weer door zijn aderen voelde stromen.

Een paar jaar later haalt Scorsese hem naar New York voor een baan bij American Zoetrope, het productiebedrijf van collega’s Francis Coppola en George Lucas, en ook introduceert hij hem bij zijn vaste editor, Thelma Schoonmaker, die tot haar eigen verbazing valt voor de ruim dertig jaar oudere Powell. De twee trouwen in 1984 en blijven samen tot Powells dood in 1990. De films van Powell en Pressburger zijn dan al – onder meer dankzij de niet-aflatende steun van Scorsese, die samen met Schoonmaker hun belangrijkste films gaat restaureren – herontdekt door het filmpubliek.

‘Michael was een groot fan van de zwijgende film, want die was universeel’

Thelma Schoonmaker

Michael Powell en Emeric Pressburger (midden)

Tegenpolen

Ook na Powells dood blijven Scorsese en Schoonmaker aan zijn nalatenschap werken. Het aantal gerestaureerde Powell-en-Pressburgerfilms groeit gestaag en ze werken regelmatig mee aan documentaires over het duo. De laatste in de rij is David Hintons Made in England: The Films of Powell and Pressburger, die momenteel te zien is in de Nederlandse bioscopen. Hierin neemt Scorsese de kijker mee door het oeuvre van de Britse filmmakers. Hij vertelt wat er zo bijzonder is aan hun werk en legt uit hoe zijn eigen films erdoor zijn beïnvloed zijn.

Begin juni kan VPRO Cinema eerst zoomen met regisseur Hinton en een paar dagen later ook met Thelma Schoonmaker.

David Hinton: ‘Het was Thelma die mij aanbeval bij Nick Varley, de producent van de documentaire. Ze had het tv-portret gezien dat ik in 1986 van Powell maakte en dat vond ze blijkbaar goed. Het zal geholpen hebben dat ik daarin zei dat ik Michael Powell de beste Britse regisseur ooit vond. Haha.’

De jarenlange, bijzonder vruchtbare samenwerking tussen Michael Powell en Emeric Pressburger vergelijkt Hinton met die tussen John Lennon en Paul McCartney. ‘Maar dan met veel meer liefde,’ voegt hij eraan toe. ‘Ze hadden totaal verschillende karakters. Michael was de extravert en Emeric de introvert. Michael het opgewonden standje en Emeric de koele kikker, maar de chemie tussen deze tegenpolen was enorm. Emeric kwam oorspronkelijk uit Oost-Europa en dat zie je terug in zijn voorliefde voor het fantastische. Hij had bovendien alleen maar scenario’s geschreven, nooit een boek of een toneelstuk, en tijdens het schrijven dacht hij dus al in beelden. Dat kwam Michael als regisseur natuurlijk goed uit. Omdat Emerics Engels niet al te best was schreef Michael vaak de dialogen. Een van hun assistenten zei daar ooit over: “Emeric wist altijd wat de personages moesten zeggen, Michael wist hoe ze dat moesten doen.” Powells respect voor Pressburger was zo groot dat op de aftiteling van hun films altijd de volgende tekst stond: “Written, produced and directed by Michael Powell and Emeric Pressburger.” Dat hij de eer met hem wilde delen was zeer ongewoon in die tijd, want schrijvers stonden toen veel lager in de pikorde. Maar Powell erkende het belang van Pressburger. De briljante plots, de opvallende structuur van de films, dat kwam allemaal van hem.’

Opnames van A Matter of Life and Death (1946)

Zwijgende film

Over de samenwerking tussen Michael Powell en Emeric Pressburger vult Thelma Schoonmaker een paar dagen later aan: ‘Hoewel de een uit Groot-Brittannië kwam en de ander uit Hongarije betekende dit niet dat ze Britse of Hongaarse films wilden maken. Ik herinner me nog dat iemand ooit aan Michael vroeg, dit moet eind jaren tachtig zijn geweest, wat hij van de destijds belabberde toestand van de Britse cinema vond. Michael zei toen dat de hele Britse filmindustrie hem gestolen kon worden. “Waarom zou er überhaupt een Britse filmindustrie moeten zijn? We moeten films voor de wereld maken!” Hij was dan ook een grote fan van de zwijgende film, want die was universeel. Of zo’n film nou in Groot-Brittannië werd vertoond of in Japan, het enige wat je hoefde te doen was titelkaartjes vertalen.’

Hoe zij als 44-jarige viel voor de toen 78-jarige Powell kan Schoonmaker nog steeds niet goed verklaren. ‘De eerste keer dat ik hem ontmoette was aan de eettafel bij Marty. Daar zat dus de man die al die films had gemaakt die ik zo mooi vind. Iemand van wie Marty zo is gaan houden. Michael zei toen niet veel, maar wanneer hij iets zei, was het raak. Ik voelde me meteen tot hem aangetrokken. Iets waar ik eerlijk gezegd totaal geen rekening mee had gehouden, en hij ook niet. Maar toch gebeurde het. Tja, het is moeilijk uit te leggen. Je had hem zelf moeten ontmoeten. Maar wacht, dat heb je ook gedaan! In de documentaire. Daarin kun je zien hoe vol leven en liefde hij was.’

elke vrijdag