Ieder filmgenre heeft zo zijn eigen wetten. Neem de sportfilm. Daarin volgen we in de regel een underdog. Die moet het opnemen tegen een veel sterkere tegenstander, wordt door iedereen gezien als kansloos, maar slaagt er toch aan het eind in om te winnen. Daarnaast is er ook altijd een briljante, vaak verkeerd begrepen coach die nog één laatste kans krijgt. En ten slotte slaagt het buitengewone sporttalent natuurlijk pas wanneer ie beseft dat je alleen kan winnen wanneer je als een team optreedt.
Als we Ben Afflecks nieuwe film Air – over de pogingen van Nike om in 1984 het aanstormende basketbaltalent Michael ‘Air’ Jordan vast te leggen voor een schoenendeal – langs deze meetlat leggen, is het beslist een sportfilm.