De liefde voor film van Jan Teunissen (1898) begon met schieten van familiefilms van zijn spelende kinderen in en om het huis. Dat beviel zo goed, dat hij grotere projecten buitenshuis oppakte. Rond 1930 maakte hij verschillende filmproducties, waaronder de eerste Nederlandse speelfilm met geluid. Deze film was echter een ontzettende flop, waardoor zijn filmcarrière op een zijspoor raakte.
Na de Duitse inval in 1940 werd Teunissen lid van de NSB. Hij werkte zich snel op tot hoofd van de Filmdienst waar hij verantwoordelijk was voor hun nationaalsocialistische propaganda. Daarnaast werd hij hoofd van het Filmgilde in de Nederlandsche Kultuurkamer. Nederlandse filmmakers konden niet meer werken zonder zich hierbij aan te sluiten. Als zogenaamde ‘filmtsaar’ was Teunissen in de oorlogsjaren de machtigste man op filmgebied in Nederland.
Twintig jaar na de oorlog werd Teunissen geïnterviewd door historicus Rolf Schuursma in het kader van een oral history-project. Aan Schuursma vertelde hij over de keuzes die hij maakte als ambitieuze filmmaker tijdens de Duitse bezetting.
Filmregisseur Luuk Bouwman is al jaren geïnteresseerd in de opkomst van het fascisme. In 2019 bracht hij de film Allen tegen allen uit, over de geschiedenis van fascisme in Nederland. Toen hij erachter kwam dat het verhaal uit de eerste hand van Teunissen bewaard was gebleven, besloot Bouwman een film over deze collaborateur te maken.