Toen de wolf in 2015 de grens met Nederland overstak, merkte het dier daar helemaal niets van. Maar ineens struinde het door een land waarin alle lapjes grond een specifiek doel hebben: natuur, wandelgebied, weiland, erf, woonwijk, polder. De wolf was gewoon op zoek naar een maaltijd en een plek om een gezin te stichten, maar de mensen in het drukke land waren direct in rep en roer. Terwijl de wolf rustig zijn nieuwe territorium verkende, waren er mensen die haar het liefst met slingers en ballonnen welkom heetten, hem een naam gaven en alle ruimte wilden bieden om zijn positie aan de top van de voedselketen in te nemen.
Maar er waren ook mensen die helemaal niet blij waren met de komst van de wolf. Vooral schapenhouders waren bang dat het roofdier huis zou houden in hun kudde. Ze wisten dat ze weinig konden doen, want dankzij Europese richtlijnen stond de wolf volledig in z’n recht om hier te zijn.
En er was ook een documentairemaker, Niek Koppen, die niet voor of tegen de wolf was, maar vooral geïntrigeerd door de reacties en gevoelens van al die mensen. Hij volgde ze jarenlang met zijn camera, wat resulteerde in de anderhalf uur durende documentaire Wolvenland. De film doet af en toe bijna surrealistisch aan; de wolf die zich nergens wat van aantrekt tegenover al die betrokken mensen met hun laarzen en fleecetruien. Ze staan soms lijnrecht tegenover elkaar, al blijven ze Nederlanders die beide kanten van de zaak kunnen zien. ‘Ik voel bewondering en respect voor de wolf, en ik voel afschuw vanwege mijn dier,’ vat schaapherder Erika Visser het helder samen.
Een wolf weet precies hoe hij een schaap met een welgemikte beet in de halsslaggader dood moet maken, of zo zwaar verwonden dat het pas later overlijdt en zo dus nog even ‘vers’ blijft om later te kunnen worden opgegeten. Het is begrijpelijk dat de schapenhoeders onthutst zijn door de ‘moordlustige’ wolf. Tot Niek Koppen in een zeldzaam moment van sturing vraagt wat volgens hen de eindbestemming van hun schapen is.